Cohen (Paul Hartog)
Laatste wijziging: 25 april 2016
Paul Hartog Cohen (Emden, 30-12-1924 – Gorinchem, 5-10-1991)1
Paul Cohen verbleef aan het eind van de oorlog op het Zuideinde 80 in Koog aan de Zaan. Hij was een zoon van Benni Cohen en Ella Keusch.
Kristallnacht
Vader en moeder Cohen werden tijdens de Kristallnacht gearresteerd in hun Duitse woonplaats Emden. Zijn moeder kwam spoedig vrij, zijn vader bracht eerste enige tijd door in een kamp, alvorens te mogen terugkeren naar huis. Moeder Ella overleed in 1939. Vader Cohen probeerde Paul en diens zus Hedwig naar Nederland te krijgen, maar de grens was inmiddels gesloten. Een verzoekschrift van zijn Nederlandse familielid Heiman Cohen aan koningin Wilhelmina om diens neef en nicht toe te laten hielp wel. Ze werden in januari 1939 ondergebracht in een kindertehuis in Wijk aan Zee en vier maanden later in het Nederlands Israëlitisch Weeshuis in Den Haag. Hun vader zou de oorlog niet overleven.
Deventer
Na verloop van tijd mocht eerst Hedwig en vervolgens ook Paul naar familie in Deventer. In 1942 werden ze gezamenlijk opgehaald en afgevoerd naar een gebouw in Deventer. Ze konden dat gebouw echter heelhuids verlaten en doken vervolgens onder. Paul belandde met zijn oom Jakob Cohen korte tijd op een boerderij in de omgeving van Deventer. Een Duitse inval werd Jakob fataal. Hij werd opgepakt en stierf op 7 december 1942 in Auschwitz. Paul wist zich verborgen te houden in een hooiberg. Bij de bevrijding in mei 1945 was zijn adres Zuideinde 80 in Koog aan de Zaan. Daar woonde de weduwe Aagje Mooij-de Groot (Zaandijk, 2-1-1863 – Zaandam, 26-9-1950). Paul Cohen was in het bezit van een vervalst persoonsbewijs met de naam Jacob Bruining.
Binnenlandse Strijdkrachten
Vanaf 14 mei 1945 maakte Paul Cohen deel uit van de Binnenlandse Strijdkrachten in Koog aan de Zaan en Zaandijk. Hij werkte onder meer in de militaire keuken. Begin juni 1945 vertrok hij naar zijn familie in Deventer. Op een briefkaart aan de ‘Commandant der N.B.S. [Jan Dirk Vis], Zaandijk, Gemeentehuis’ schreef hij op 6 juni ‘goed en wel hier in Deventer aangekomen’ te zijn. “De meeste huizen zijn hier erg beschadigd. Er is geen huis of er zijn ruiten uit. (…) Ik vind het erg jammer dat ik van jullie weg ging. Jullie waren altijd goede kameraden voor mij.” In april 1952 emigreerde Paul Cohen naar Canada, maar keerde na enige tijd terug. Hij hield zich bezig met film en fotografie. Hij overleed op 66-jarige leeftijd aan een hartstilstand.
Zijn zus Hedwig was tijdens de oorlog ondergedoken in Friesland en ontsnapte daar aan de Holocaust.
Voetnoten
1 Informatie van Henk Krigee uit Zaandam (27-8-2009); GAZ-archief J.D. Vis-PA 54, inventarisnummer 11 en 13