Duis-IJzerman (Wim/Willem)

Laatste wijziging: 25 april 2016

Gezin Willem (‘Wim’) Duis (Zaandijk, 8-8-1918 – Zaanstad, 10-12-1998) en Marianne (‘Millie’) Duis-IJzerman (Amsterdam, 20-8-1914 – Zaanstad, 7-6-2002) met Judith (Koog aan de Zaan, 1-6-1941) en Harry1

Willem Duis had als beroep ‘Spediteur’ (vervoerder), net als vader Samuël*. Hij was, na eerst ‘knecht’ te zijn geweest, chauffeur geworden in het bedrijf van zijn vader of had een eigen bedrijf opgericht. Het gezin Duis-IJzerman woonde in de Oud Heinstraat 9, ten westen van het spoor.

Weermacht

Het volledig joodse echtpaar en hun tien maanden oude dochter mochten op 22 april 1942 niet in Zaandijk blijven. Zij moesten, net als hun (schoon-)ouders, alles achterlaten -sleutels en lijsten met alle bezittingen daarop gingen naar de politie- en naar Amsterdam vertrekken. Voor die tijd bezorgde hij echter onder meer op verzoek van de Weermacht camouflageverf en hout naar de onder Duits toezicht staande vliegvelden.

Straf

Na de oorlog werd Wim Duis bestraft vanwege zijn werkzaamheden voor de Weermacht. Hij moest zijn vrachtauto inleveren en kreeg een verbod om de zaak van zijn in het kamp vermoorde vader voort te zetten. Wim werkte samen met zijn broer Herman, die voor zijn steun aan de Weermacht echter werd vrijgesproken.

Onderduik

Na een verblijf in Amsterdam kreeg eerst Wim Duis en vervolgens ook zijn vrouw en dochter een schuilplaats bij Arend Luik (Echten, 16-1908), Hazepad 13 in Zaandijk. Luik slaagde er in de zaak van Samuël Duis op zijn naam te krijgen en door de oorlog te loodsen zonder verdere medewerking te verlenen aan de bezettingsmacht. Ook sloeg hij het meubilair op van Wim en Samuël. In de naoorlogse aantekeningen van de Zaanse verzetsman J.D. Vis zijn een paar zinnen gewijd aan Luiks hulp bij de opslag en onderduik: “Wim Duis heele inboedel helpen bergen bij Groot v. Vleutenstraat en gedeeltelijk naar A’dam Heerengracht. Wim Duis achtergebleven in schuur bij spoor. Is later onderdak verschaft bij Luik. Zijn vrouw en kind en wat goed ook naar Luik gehaald. Luik heeft met paard en wagen gereden waarvoor Luik f 25 à f 30 per week van Duis ontving. Tevens ontving W. Duis wekelijks f 25 uit de zaak zoolang hij bij Luik ondergedoken was, c.a. 6 à 7 maanden.”

Verwalter

Ook aan de liquidatie van Duis’ bedrijf wijdde J.D. Vis de nodige zinnen: “Toen is de zaak door Verwalter Ulbrich geblokkeerd [bedoeld werd C.O. Ullrich] en moest de zaak geliquideerd worden. Daarna [kreeg] Luik de vrijheid van Verwalter om met paard en wagen van Duis de zaak van Duis door te zetten met toestemming van Duis. Na Ulbrich is een Gorter gekomen als Verwalter en die zou alles wat auto’s betrof laten weghalen. Drie auto’s waarvan 1 behoorlijke doch ook onbruikbare Chevrolet, verder een half Ford en een Chevrolet-lux. Voor Chevrolet is betaald f 2.250,- en ander spul bij elkaar f 680,-. Dit geld is gestort op postkantoor op Bank van Lippman & Rosenthal.” Daarmee was de liquidatie van bedrijf en bedrijfsmiddelen voltooid. De van oorsprong joodse bank werd in augustus 1941 gebruikt voor de creatie van een Duitse roofbank, meestal bij zijn afkoring ‘Liro’ genaamd, waar het onteigende joodse vermogen werd verzameld.

Amsterdam

Na enige tijd dook zoals gezegd het gezin Duis onder in Amsterdam, op de Herengracht. Willem Duis verklaarde overigens bij het proces tegen zijn broer Herman dat zijn dochter Judith 2,5 jaar in het gezin van zijn broer ondergedoken was geweest. Het gezin Duis-IJzerman overleefde de genocide. Het woonde na de oorlog op het adres Parkstraat 53.

Onderduikers

Schuin tegenover de woning van de familie Duis, op de Oud Heinstraat 16 en 18, zouden leden van de Amsterdamse joodse families Blits* en Frank* onderduiken.

1 Burgemeesterslijst plaats 12-14; Politielijst nr. 5; Mededelingen van C. Boschman en Erik Schaap uit Zaandam. Er is geen gezinskaart; GAZ-archief J.D. Vis; Informatie van Henk Krigee uit Zaandam (11-11-2014)