Feinstein (Hermann)

Laatste wijziging: 25 april 2016

Echtpaar Hermann Feinstein (Meldiglauken, 17-3-1876 – Biberach, 5-2-1945)1 en Bianka Feinstein-Goldberg (Schneidemühl(e), 15-5-1884)

Op 8 februari 1938 werd koopman Hermann Feinstein ingeschreven in de centraal gelegen woning Kerkbuurt 18. Hier woonden sinds augustus 1937 poelier en ganzenmester Leopold Pelziger2 en echtgenote, de eerste buitenlandse joden in Oostzaan na 1933. De van oorsprong Duits-Poolse Feinstein was in die zin de derde vluchteling in Oostzaan. Vermoedelijk kwam hij direct uit Duitsland. Hermann was weduwnaar van Anna Berlowitz, die op 30 april 1933 in Elbing was gestorven. Op 11 april 1938 werd Bianka Goldberg ingeschreven als bewoonster van Kerkbuurt 18. Ze was vermoedelijk bevriend met Hermann. Bianka was de weduwe van Hirsch Kaplan, die op 11 januari 1923 in Berlijn overleed.

Huwelijk

Kerkbuurt 18 werd eind april 1938 verkocht. De bewoners hadden woonruimte gevonden aan de Zuidkant van het dorp. Op 20 april 1938 was namelijk het bemiddelde Berlijnse echtpaar Knopf-Kranz naar Oostzaan gekomen. Ze huurden tot begin augustus de woning Zuideinde 447. Op 29 april verhuisden Hermann en Bianka ook naar dit adres. Het werd alleen door een buurhuis en de ingang van de Jacob Honigstraat gescheiden van het pand Zuideinde 443, dat Leopold en Cäcilie Pelziger betrokken. Op 3 september kwam op uitnodiging van Pelziger Bianka’s Letse dienstbode Anna Millenick met een Duits visum naar Oostzaan. Op 20 oktober 1938 traden Hermann en Bianka in het huwelijk. Het was het eerste van drie Oostzaanse vluchtelingenhuwelijken.3 Het echtpaar Pelziger-Leiserowicz was getuige.

Dochter

Een maand eerder, op 15 september, kwam Hermanns dochter Ruth (Tilsit, 10-6-1908) met haar man Leiba (‘Leo’) Ostrobod (Strivalovo, 13-12-1897) en hun zoontje Peter naar Oostzaan. Het gezin had vermoedelijk een visum voor New York, want die plaats werd bij hun vertrek op 28 september als bestemming genoteerd. Peter Brody stuurde in 2012 een foto naar de community van joodsmonument.nl waarop hij staat met zijn vader, zijn grootvader en diens toekomstige vrouw. “De laatste foto van Hermann Feinstein”, heeft hij er bijgeschreven. Hermann lijkt daarop een jacquet te dragen. Het huwelijksfeest moesten Ruth, Leo en Peter helaas missen.

Zoon

Na de Duitse Kristallnacht, in november 1938, deed Bianka Feinstein haar best om met hulp van het Comité voor Joodsche Vluchtelingen haar zoon Simon en diens vrouw Martha vanuit Duitsland naar Nederland te krijgen. Simon, wonend in Berlijn-Tempelhof, was een zoon uit haar eerste huwelijk. Door het restrictieve Nederlandse vluchtelingenbeleid mislukten Bianka’s pogingen.

Oorlog

Toen Herman en Bianka ruim drie jaar getrouwd waren kregen zij te horen dat zij Oostzaan moesten verlaten. Dat deden ze. Op 7 april 1942 ging Anna Millenick apart wonen, om de hoek, op de Jacob Honigstraat 44. Zij bleef daar tot na de oorlog. Buurtbewoners herinnerden zich haar -niet geheel juist- als ‘de joodse vrouw van nummer 44’.4Vermoedelijk had zij zich halfjoods genoemd. Vanaf 1 januari 1942 was het joden immers verboden niet-joods personeel te hebben. Op 26 februari 1943 kwamen Hermann en Bianka in Westerbork terecht. Daar bleven ze tot een van de late transporten, op 18 maart 1944. Hermann Feinstein (68) stierf op 5 februari 1945 in Biberach. Dat was een Internierungslager ten zuiden van Ulm, bestemd voor joden die eventueel zouden worden uitgewisseld tegen bij de geallieerden gevangen zittende Duitsers. De bestemming Biberach was, nu onder de naam Familienlager, op 8 maart 1945 nog gespreksonderwerp tussen de staf van Westerbork en de Britten. De inzet was om achthonderd Duitsers te ruilen tegen achthonderd joden.5 Hermann Feinstein was toen echter al bezweken. Hij is na de bevrijding begraven op de joodse begraafplaats in Laupheim, Baden-Württemberg.

Vermist?

Misschien zat Bianka wel in een uitwisselingstransport. Achter haar naam staat op de sites van In Memoriam en het Joods Monument ‘sterfplaats onbekend’. Een vroegere medebewoner wist echter dat zij naar haar zoon in Afrika ging.6 Dat wordt bevestigd door haar dossier in het Gemeentearchief.7 Correspondentie maakt duidelijk dat Bianka Feinstein-Goldberg op 27 mei 1946 terugkwam naar Oostzaan. Ze woonde op de Jacob Honigstraat 6, vlak om de hoek van Zuideinde 447 en niet ver van Anna Millenick. Op 16 januari 1948 emigreerde Bianka Feinstein naar Calcite Stone in Zuid-Rhodesië (het tegenwoordige Zimbabwe), waar haar zoon woonde.