Fonteijn (Leopold)
Laatste wijziging: 25 april 2016
Leopold Lehman Fonteijn (Leiden, 17-12-1876 – Sobibor, 4-6-1943)1
Leopold Fonteijn woonde in juni 1941 met zijn eveneens joodse vrouw Gracia (met wie hij in 1915 was getrouwd) en hun kinderen op de Oosterstraat 8 in Utrecht. Hij was ‘reiziger’ bij verffabriek Sabel, gevestigd aan de Westzijde 152 in Zaandam. In het jubileumboek Vijf en zeventig jaren Sabel (1951) schreef directeur August Sabel: “Een naam willen wij uit het verleden oproepen, die van L.L. Fonteijn, die meer dan dertig jaren de firma vertegenwoordigde, doch jammerlijk, kort na zijn pensionering, door de Duitsers werd weggehaald en met zijn vrouw en twee kinderen in de gaskamers omkwam. Fonteijn was het voorbeeld van de vertegenwoordiger, die het een eer achtte zijn huis te representeren. Hij had een zeer gedegen vakkennis en was voor vele van zijn afnemers een vriend des huizes en raadgever geworden. Nog in deze tijd horen wij zijn naam herhaaldelijk met ere noemen. Tot zijn pensioen bewees hij hoe zijn degelijke opvattingen de enige basis zijn voor een goede verkoop, want zelfs toen behoorden zijn resultaten altijd tot de allerbeste van alle vertegenwoordigers. Hij heeft voor ‘zijn huis’ enorm gepresteerd, waarvoor wij hem altijd dankbaar zullen zijn.”
Dochter
Fonteijns dochter Kitty schreef over haar vader dat hij voor zijn werk vaak buiten zijn woonplaats moest zijn. “Iedere vrijdag ging hij naar Zaandam om zijn rapport over de verkopen van de voorgaande weken langs te brengen.” De Sabel-fabriek was tijdens de oorlog een verzetsbolwerk. De directeuren Cees en August W. Sabel dwarsboomden de bezetter waar ze maar konden. Kitty Fonteijn wist dat niet. Ze maakte per brief een afspraak met August Sabel om de oorlogsproblemen die haar familie troffen te bespreken. “Hij kwam, maar reageerde afwerend en onvriendelijk.” Pas later begreep ze dat hij bang was voor de risico’s van verraad. Hij hield zich echter niet afzijdig. Hij bood de familie Fonteijn onderduikplekken aan, los van elkaar. Ze weigerden. Ze wilden Sabel niet in gevaar brengen en bovendien dachten ze de Arbeitseinsatz wel te kunnen overleven.
Deportatie
Van het gezin Fonteijn stierven, in tegenstelling tot wat Sabel schreef, niet twee, maar drie kinderen in de gaskamer. Leopold Fonteijn, zijn vrouw en een zoon werden op 4 juni 1943 in Sobibor om het leven gebracht. Een andere zoon en een dochter stierven op andere data in hetzelfde jaar, eveneens in Sobibor. Een derde zoon, Lehman, kwam terecht in het Duitse concentratiekamp Dora-Mittelbau. Hij overleefde alle ontberingen en kon na de oorlog tegenover een onderzoekscommissie getuigen van zijn ontmoeting daar met Zaandammer Rudolf Eisendrath*.
Voetnoten
1 www.joodsmonument.nl; Vijf en zeventig jaren Sabel; Zilversmit-Fonteijn, K. Yours Always. A holocaust love story; NIOD, archief 250i, inventarisnummer 478