Fränkel (Eva)

Laatste wijziging: 25 april 2016

Eva Fränkel (Beuthen-Duitsland, 19-2-1918)1

Eva Fränkel kwam op 19-jarige leeftijd naar Nederland. Haar ouders waren een paar jaar daarvoor al naar Palestina vertrokken. Eva studeerde van 1936 tot 1938 in Berlijn aan de kunstacademie, maar het politieke klimaat noopte haar tot een vlucht naar het buitenland. Van 1939 tot maart 1941 verbleef ze in het joodse werkdorp in de Wieringermeer. Tijdens de gedeeltelijke ontruiming van deze gemeenschap op 20 maart 1941 werd ze afgevoerd naar Amsterdam, maar tot haar verrassing weer vrijgelaten. Ze kreeg in de hoofdstad een plek bij een joodse familie. Toen de Joodsche Raad op 11 juni meldde dat de Duitsers haar en de andere nog op vrije voeten zijnde jongeren van het werkdorp zou ophalen voor terugkeer naar Wieringen dook ze -als een van de weinigen- onder.

Remmert Aten

Via via belandde ze in 1942 bij het echtpaar Aten in Zaandam. Ze zou er twee jaar blijven. Margreet en Remmert Aten woonden aan de Frans Halsstraat 31. Ze hadden, voor het geval er een huiszoeking zou zijn, op zolder met behulp van een houten voorzetwand een onderduikplek gecreëerd. Dankzij valse papieren kon Eva als dienstmeisje werken in het huis van de Atens. Remmert Aten verborg meerdere joden en hoorde tot de Zaanse medewerkers van verzetsleider Walraven van Hall. Via Amsterdamse kunstenaarsconnecties werd ook Eva actief in de illegaliteit. Verder kopieerde ze aan de lopende band schilderijen van Van Gogh, die naar verluidt gretig aftrek vonden bij de Wehrmacht.

Arrestatie

Toen in 1944 de Frans Halsstraat ondanks alle voorzorgsmaatregelen te onveilig werd, zorgde Rem Aten dat Eva naar de familie Hart kon verhuizen. Willem Hart en Lena Hart-Duijs woonden eveneens in Zaandam (Saenredamstraat 6). Eva paste op hun baby en kreeg in ruil daarvoor een volledig salaris. Dankzij haar vervalste persoonsbewijs kon ze vrij rondreizen. Desondanks werd ze tijdens een treinreis naar Amsterdam gearresteerd. Ze slaagde er bovendien niet in om enkele meegedragen documenten te vernietigen die wezen op een relatie met de familie Hart. Die moest daarom enkele maanden onderduiken. Lena was toen zwanger. Eva belandde via een Amsterdamse cel en strafbarak 67 van kamp Westerbork in Theresienstadt. Ze vertrok met het laatste transport vanuit Westerbork. “In goederenwagons, waarin als enige luchtverversing enkele openingen; als toilet een paar emmers”, schreef historicus Jacques Presser over deze treinreis.2

Israël

Eva Fränkel overleefde het concentratiekamp en kon kort na de oorlog terugkeren naar Willem en Lena Hart, bij wie zij bleef wonen tot ze in maart 1946 naar Israël emigreerde en daar een bekend kunstschilder werd. Eva was ‘een telg uit een chaloetsim-familie (de pioniers van Israël)’, aldus Rechtvaardigen onder de Volkeren.

1 Rechtvaardigen onder de Volkeren; Schaap, E. Vrijgevochten. Zaans verzet in nationaal perspectief (1940-1945)

2 Ondergang, deel 2