Geisenheimer (Artur)

Laatste wijziging: 25 april 2016

Echtpaar Artur Geisenheimer (Keulen, 21-8-1916 – Auschwitz, 17-9-1943)1 en Liselotte Geisenheimer-Meijer (Keulen, 9-7-1919)

De Duitse hoofdbewoner was ‘koopman’. Artur bezat sinds 1 december 1938 samen met zijn broer Eugen* de bijouteriezaak Gebr. Geisenheimer aan de Westzijde 108. Moeder en zoons woonden bij de zaak. Artur trouwde in juli 1940 met Liselotte Meijer, net als hij in Keulen geboren. Ze vonden voorlopig woonruimte bij het echtpaar Gottschalk* aan de Prins Hendrikkade 25 en verhuisden hierna naar de Burgemeester van de Stadtstraat 108.

Oorlog

De elf medewerkers tellende bijouteriezaak deed mee aan de Februaristaking. De werkplaats en winkel zal dezelfde onteigeningsfases hebben meegemaakt als alle joodse ondernemingen: registratie, aanstelling van een ‘arische’ bewindvoerder, overmaking van gelden en tegoeden naar de Liro-roofbank. Op 29 april 1941 ondertekende Artur dezelfde verklaring als zijn broer en 25 andere Zaandamse joden omtrent zijn radio, een Telefunken. Het toestel werd ingenomen. Artur is net als Eugen op het laatste moment aan de basis-Aufstellung toegevoegd. Op de bedrijvenlijst staat de zaak op Eugens naam.

Waterleiding

Het laatste levensteken van de de Geisenheimers in Zaandam was een melding aan de politie op 20 januari 1942: op Westzijde 108a is het licht blijven branden. Een agent moest het verzegelde pand betreden om de verlichting uit te doen. Weer een week later moest de politie opnieuw ingrijpen, dit keer omdat de waterleiding van de leegstaaande woning was gesprongen.

Westerbork

Artur en Liselotte Geisenheimer staan als nummer 46 en 47 op de lijst van 63 Zaanse vluchtelingen die op 3 februari 1942 in de gemeente Westerbork werden ingeschreven. Hun moeder lag toen nog in het Sint Janziekenhuis te Zaandam. Zij zou op 31 maart 1943 in het kamp sterven. De aangifte van haar overlijden werd door ‘Artur Israel’ verricht op het gemeentehuis van Westerbork.

Auschwitz

Artur Geisenheimer had relatief kort bescherming van zijn Duitse achtergrond. Hij werd met het transport van dinsdag 14 september 1943 naar Auschwitz gestuurd, vermoedelijk samen met zijn vrouw. Ondanks zijn leeftijd (27) werd hij onmiddellijk na aankomst, op 17 september, door vergassing om het leven gebracht.

Ravensbrück

Liselotte Geisenheimer-Meijer bleef zestien maanden in Auschwitz en wist in leven te blijven. In januari 1945 was het Sovjetleger in aantocht. Liselotte werd met een groot aantal lotgenoten gedwongen de honderden kilometers naar het vrouwenkamp Ravensbrück af te leggen, zonder voldoende eten, drinken en schoeisel (zie Cora Stuiver*). Daar maakte ze in een buitencommando de bevrijding mee. Zij was de enige overlevende van de grote groep Zaandamse joden die tussen januari en juli 1944 naar Auschwitz werden gedeporteerd.

Vervolg

Liselotte Geisenheimer keerde na de bevrijding terug naar Zaandam. Hier kreeg ze aanvankelijk de levensverzekering niet uitgekeerd die haar man in november 1941 had afgesloten. Er was immers vanaf 1942 geen premie meer betaald. Uiteindelijk bepaalde de Raad voor Rechtsherstel dat er diende te worden uitbetaald. Met rente.