Goudsmid (Abraham)

Laatste wijziging: 26 april 2016

Echtpaar Abraham Goudsmid (Noorddijk, 24-5-1861 – Zaandam, 26-2-1945)1

Abraham trouwde in Leeuwarden op 5 juli 1902 met de niet-joodse Anna Goudsmid-Hielkema (Bergum, 22-1-1875). Eind oktober 1930 kwam het echtpaar met een woonwagen vanuit Amsterdam naar Zaandam. De wagen stond op het terrein van Oud Zaenden. De toen al 69-jarige Abraham Goudsmid was kermisreiziger. Van hun kinderen stierven er zeven als baby of jong kind. Het eerste, tweede, vierde en vijfde kind werden volwassen: Johanna (‘Janna’) Theodora (Oss, 1896), Philippus (zie hieronder), Hendrika (‘Rika’) (Groningen, 1904 – Zaandam, 3-1-1944) en Juliana (Amsterdam, 1910). Ook dochter Dien, vermoedelijk met geboortenaam Gerritdina, bleef in leven.

Voor de oorlog

Eind 1933 kwam Philippus Goudsmid (Steenwijk, 9-7-1902), eveneens kermisreiziger en samenwonend met een katholieke vrouw, op hetzelfde terrein staan als zijn vader. In Zaandam werd op 4 januari 1934 Philippus’ achtste kind geboren, Philippus jr., waarna hij de moeder, Alena Bartels (Hengelo, 28-2-1902) officieel huwde. De andere kinderen van Philippus en Alena, bijna allen thuiswonend in 1942, waren Wiebe, Annie, Abraham, Klaziena, Hermanus, Janna en Dorus. Phillippus sr. overleed in 1954, zijn echtgenote in 1986, Philippus jr. in 1979.

Prinsenstraat

Abraham en Anna Goudsmid betrokken in juni 1934 een woning aan de Prinsenstraat 58. Anderhalf jaar later verhuisden ze naar het Bakkerspad en vanaf januari 1937 woonde het echtpaar aan de Kegelbaanstraat 5. Deze straat bestaat nu niet meer. Hij liep van het Rustenburg naar de Vaart.

Oorlog

Op 25 april 1941 vulde Abraham eigenhandig een verklaring in dat hij geen radio bezat. Hij voegde toe: “Wij hebben nooit een toestel gehad, wel centraal radio.” 63 andere joodse burgers vulden eveneens een dergelijke niet-bezitverklaring in. Politieambtenaar Osinga controleerde of dat klopte.

Abraham Goudsmid was 80 jaar toen de brief over gedwongen vertrek hem bereikte.

Schuilplaats

Dien, een dochter van Abraham en Anna vertelde wel eens in familiekring hoe ze zich in oorlogstijd doodstil moest schuilhouden in de wanden van de woonwagen. Een ander familielid, Peter, moest onder een grote jas worden weggesmokkeld, opdat de Duitsers hem niet zouden kunnen vinden.

Verblijf in Zaandam

Toen de burgemeester van Zaandam begin maart 1942 moest rapporteren hoeveel joodse burgers de gemeente nog telde waren dat er 11, van wie er vier waren ondergedoken, drie in het ziekenhuis of een gevangenis zaten, en vier hoogbejaard waren. Abraham was van deze vier de enige die geen slachtoffer van de holocaust zou worden. Hij was van hen ook de enige gemengd gehuwde. Abraham overleed in 1945.