Groen-Loonstein (Marianne)

Laatste wijziging: 26 april 2016

Gezin weduwe Marianne Groen-Loonstein (Den Helder, 4-9-1863 – Sobibor, 30-4-1943)1 met Catharina Izaak (Zaandam, 22-8-1891 – Sobibor, 26-3-1943), Helena (Zaandam, 16-1-1893), Leendert Izaak (Zaandam, 29-11-1893 – Sobibor, 4-6-1943) en Sara (Zaandam, 12-3-1901 – Auschwitz, 31-10-1944)

Marianne was op 6 juni 1914 weduwe geworden van Izak Leendert Groen (Den Helder, 23-9-1855). Izak Leendert was ‘handelaar in confectie’, ook wel ‘galanteriekoopman’ genoemd. Ze waren op 15-10-1890 in Den Helder in het huwelijk getreden. Onbekend is wanneer zij naar Zaandam kwamen. Hun eerste adres was op de Hoogendijk 11. Al hun kinderen werden daar geboren.

Gebeurtenissen in het gezin

Anderhalf jaar na de geboorte van Sara werd Marianne Groen opgenomen in Gesticht Meerenberg te Bloemendaal. Op de gezinskaart is ook te zien dat in de jaren 1910 (Leendert), 1912 (Catharina) en 1913 (Helena) steeds een van de oudere kinderen ’s zomers een paar weken uitgeschreven werd. Leendert ging naar Hilversum, de meisjes naar Den Helder.

In 1913 verhuisde het gezin naar de Czarinastraat 4. Daar stierf Leendert Groen, op 6 juni 1914. Zijn steen staat op de joodse begraafplaats aan de Westzanerdijk. Marianne ging na zijn dood door als ‘winkelierster’, vermoedelijk in confectie. Catharina, Leendert jr. en Sara, die ongetrouwd bleven, staan op de gezinskaart met de beroepen ‘winkeljuffrouw’, ‘winkelbediende’ en ‘kantoorbediende’. In september 1923 verhuisde het gezin naar Rustenburg 89.

Helena trouwde in mei 1925 met David Colthof. Het echtpaar ging in Borculo wonen en overleefde de Duitse bezetting.

Voor de oorlog

Winkelierster Catharina Groen, waarschijnlijk Katrien of Kato genoemd, staat als ‘penningmeesteresse’ K. Groen genoemd bij het jubileumcomité dat het 75-jarig bestaan van de Zaandamse synagoge voorbereidde. Voorzitter Jos Pais* bedankte haar en de twee andere leden van het dagelijks bestuur (Lion Brilleslijper* en Michel Philipson*) met name voor het vele werk dat zij deden.2

Amsterdam

Marianne Groen-Loonstein was 78 jaar bij haar gedwongen vertrek uit Zaandam en de oudste van de groep die op 17 januari 1942 naar Amsterdam ging. Het is niet duidelijk of de weduwe Groen en haar drie ongehuwde kinderen bij elkaar bleven.

Deportatie

Drie leden van het gezin werden voorjaar 1943 op verschillende dagen in Sobibor vergast, Sara anderhalf jaar later. Catharina Groen (51) zat in het transport van 23 maart 1943. Zij werd op 26 maart omgebracht. Over Catharina ging het gerucht dat zij in Zaandam uit het leven was gestapt.

Marianne zat in de trein die Westerbork op 27 april verliet. Ze werd onmiddellijk na aankomst, op 30 april 1943, om het leven gebracht.

Leendert

Leendert Groen (49) werd op 1 juni 1943 vanuit Westerbork naar Sobibor gevoerd en vrijwel onmiddellijk na aankomst op 4 juni vergast. Werd hij opgepakt bij de grote Amsterdamse razzia van 26 mei, net als dertig andere Zaanse joden?3 Hij deelde dat lot dan met het bejaarde kostersechtpaar Drukker*, het oude echtpaar Pais-Blitz* van de Hoogendijk, de familie Poppelsdorf* van de Sophiastraat, synagogebestuurder Jacob Speijer*, Julie Vet* van de Gedempte Gracht en de familie Brilleslijper* uit Koog. Op geen andere dag vielen zoveel Zaanse slachtoffers.

Sara

Sara Groen (43) vertrok uit Westerbork met een van de weinige directe transporten in de zomer van 1944. Haar late deportatie is een aanwijzing dat ze voor die tijd ondergedoken was. Zij werd in Auschwitz niet onmiddellijk geselecteerd voor de gaskamer; ze leefde nog tot 31 oktober 1944.