Groot, de (Levie/Louis)
Laatste wijziging: 26 april 2016
Levie (‘Louis’) de Groot (Amersfoort, 28-6-1929 – Washington, 29-9-2020)1
De jonge Levie de Groot werd onder meer ondergebracht in Wormerveer. Hij overleefde de Holocaust.
Stijkelgroep
De ouders van Levie waren Meijer de Groot (Utrecht, 9-10-1897) en Sophia de Groot-Swaab (Utrecht, 10-6-1900). Het gezin woonde in mei 1940 in de Arnhemse Rijnstraat 43. Meijers oudste broer, Israël*, was al vroeg in de oorlog actief met het inzamelen van geld voor de illegale Stijkelgroep. Hij werd gearresteerd en maakte in de Amsterdamse gevangenis kennis met Pieter Kraaijer uit Santpoort, een andere verzetsman. Onder meer dankzij dit contact konden Levie en zijn familieleden, na de vrijlating van Israël in 1942, schuilplaatsen vinden.
Amsterdam
De familie De Groot dook onder in november 1942. Levies ouders hadden een schuilplaats geregeld en daar alvast meubelen en kleding heengebracht. Maar op het moment suprême ging de overstap niet door, naar Levie vermoedt omdat de gastfamilie het risico van ontdekking niet aandurfde. Daarop werd oom Israël om hulp gevraagd. Hij vond voor Levies zusje Rachel* een onderduikplek in Hilversum en zond de drie andere familieleden naar een vriend in Amsterdam. Deze Dirk Mastenbroek woonde op de Prinsengracht.
Wormerveer
Mastenbroek zorgde ervoor dat Levie een dag later werd opgehaald en ondergebracht bij Tom en Leen Meijers in Den Helder. Zijn ouders verhuisden naar de Prinsengracht 825, waar ze onder de hoede kwamen van Geertruida (‘Truus’) Eweg. Al na een paar weken werd Levie verraden en moest hij in allerijl terugkeren naar zijn ouders. Waarschijnlijk via Pieter Kraaijer kwam hij vervolgens terecht op 1 januari 1943 bij radiomonteur Cees Stolp (Wormerveer, 19-10-1904) en diens vrouw Lies Stolp-Meijns (Wormerveer, 31-7-1909), die in de Wormerveerse Delistraat 48 woonden. Ook verbleef hij korte tijd bij het echtpaar Schenk-Meijns, die eveneens in Wormerveer woonden, toen er gevaar dreigde op zijn onderduikadres.
Ander adres
Omstreeks juni 1943 keerde Levie voor enkele dagen terug naar zijn ouders. Hij zei hen het niet naar zijn zin te hebben bij de familie Stolp. Hij keerde niet naar hen terug. Omdat hospita Eweg angstig was om een joodse jongen in huis te hebben, vroeg ze vader en moeder De Groot om een ander adres te zoeken voor Levie. Levie belandde uiteindelijk onder geleide van de Amsterdamse politierechercheur Frans Postma in de woning van architect Uilke Boonstra in Joure. Op 3 april 1944 werd het onderkomen van Dirk Onderweegs uit Lemmer zijn volgende bestemming. Hij bleef bij de familie Onderweegs tot het einde van de oorlog.
Verraad
Op 8 april 1944 werden Levies ouders en de naar hen teruggebrachte Rachel verraden op hun schuilplaats aan de Prinsengracht. Rachel en haar moeder Sophia kwamen via Westerbork in Auschwitz terecht. Ze stierven er op 22 mei 1944 in de gaskamer. Vader Meijer kwam daar enkele maanden later eveneens om het leven, op 30 september. Levie woonde tot een jaar na de bevrijding bij de familie Onderweegs. In augustus 1946 kreeg hij een plek in een joods jongensweeshuis in Amsterdam. Hij werd daarna in het Palestijnse mandaatgebied vrijwilliger bij de Haganah, een joodse paramilitaire beweging. In 1950 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij een carrière opbouwde als econoom bij IBM.
Voetnoten
1 Informatie van Henk Krigee uit Zaandam (30-8-2009) en Levie de Groot uit Berkeley, Verenigde Staten (2007); www.joodsmonument.nl; www.ushmm.org