Herzfeld (Adolph)

Laatste wijziging: 26 april 2016

Echtpaar Adolph Herzfeld (König, 27-9-1879 – Auschwitz, 5-2-1943)1 en Friederika Herzfeld-Rollmann (Ahlen, 16-8-1888 – Auschwitz, 5-2-1943)

(Bad) König is een plaats in het Duitse Hessen, Ahlen ligt in Westfalen. Adolph en Friederika trouwden op 25 maart 1919 in Ahlen. Op 3 februari 1938 werd het echtpaar vanuit Düsseldorf in Zaandam ingeschreven, hij als ‘koopman’. Volgens de latere basislijst was Adolph vertegenwoordiger. Ze kwamen, zoals veel Duitse vluchtelingen, in de nieuwe componistenbuurt terecht en betrokken een woning aan de Beethovenstraat 4. Eerder, in 1937, hadden Max en Johanna Löwenstein-Rosenberg* korte tijd op dit adres gewoond. Anton Fränkel* kwam er te wonen in of na 1939.

Bruidegom der Wet

Adolph Herzfeld wordt in het tweede nummer van Joodsch Zaandam (december 1939) genoemd als een van de Bruidegoms der Wet.2 Deze erefunctie hoort bij twee feestdagen, de Simchas Touro (Simchat Tora),3 oftewel Vreugde der Wet, en de Sjabbos Bereisjies (Sjabbat Beresjit), de Sabbat van In Den Beginne. In de dienst van het eerste feest, dat in 1939 op 5/6 oktober werd gevierd, wordt het laatste stuk van de vijf Boeken van Mozes gelezen. Bij het daarop aansluitende tweede feest -in 1939 was het op 6/7 oktober- begint men weer van voor af aan, ‘In den beginne schiep God’. Beide keren is het een speciale eer om de Torarol uit de Ark te mogen halen en op de standaard te leggen. Degene die dat doet heet ‘Chatam’, Bruidegom; Bruidegom van de Wet en Bruidegom van Beresjit. Men wordt, net als bij een gewoon huwelijk, gefeliciteerd en dient voor hapjes en drankjes te zorgen. Een beschrijving van de ceremonie in het Zaandam van eind negentiende eeuw staat in Carry van Bruggens Het huisje aan de sloot (‘De broek van Pinchas Lezer’).4

Oorlog

Op 29 april 1941 ondertekende Adolph Herzfeld, net als vijftien andere buitenlandse joden, de uitgeschreven verklaring betreffende de inlevering van zijn radiotoestel, een Nora.

Westerbork

Bij de politiemutaties van begin 1942, als de buitenlandse joden naar Drenthe moeten gaan, komt de vraag voor of ‘Herzfeld en echtgenoote in Amsterdam mogen wonen’. Dat had mogelijk met de gezondheid of de leeftijd van Adolph te maken. Op het overzicht van de gemeente Westerbork met Zaanse registraties (eveneens begin februari) staan echter ook Adolph en Friederika Herzfeld vermeld. Ze hebben nummer 39 en 40.

Bezittingen

Voor hun vertrek naar Westerbork bracht het echtpaar Herzfeld het merendeel van hun bezittingen onder bij een goede kennis, Hittje Borger. Zij woonde aan het Prins Hendrikplantsoen 10 in Zaandam en zou later in de oorlog een joodse onderduiker in huis nemen, Gerschon Stempler*. Ook woonde Ludwig Kunz* daar in de eerste oorlogsjaren. De goederen van de Herzfelds zouden kort daarna zijn overgebracht naar een neef in Amsterdam, Simon David Hamme. Die ontkende echter na de oorlog iets te hebben ontvangen. Het leidde tot een langslepende briefwisseling met het voor joodse eigendommen verantwoordelijke Nederlandse Beheersinstituut, die uiteindelijk in het nadeel van Hamme werd beslist.

Deportatie

Het al oudere echtpaar werd niet lang door Duitse achtergrond, eventuele relaties of ‘lijsten’ beschermd tegen deportatie uit Westerbork. Adolph (63) en Friederika (54) werden nog voor de transporten naar Sobibor begonnen naar Auschwitz gedeporteerd. Daar zijn ze onmiddellijk na aankomst door vergassing om het leven gebracht. Dat gebeurde op 5 februari 1943. Hun huisgenoot Adolf Frankenstein* werd er zeven maanden later omgebracht.