Hond, de (Jacques)

Laatste wijziging: 26 april 2016

Jacques de Hond (Amsterdam, 8-5-1940 Goes, 24-9-2018)1

De kleine Jacques de Hond zat tijdens de oorlog ondergedoken op het adres Harenmakersstraat 35. Daar woonde het christelijke echtpaar Jacob Nijntjes, een chauffeur (Zaandam, 11-7-1889), en Dirkje Nijntjes-Schuit (Zaandam, 22-5-1893).

Pseudoniem

“Mijn ouders hebben mij als tweejarige afgegeven aan een verzetsman die contact had met mensen die onderduikers opnamen”, vertelde Jacques de Hond in 2016 aan het Nederlands Dagblad. “Als een angstig Joods jongetje kwam ik zo bij de familie Nijntjes in Zaandam terecht, heel bijzondere christelijke mensen die mij door de oorlog hebben geholpen en die ik nog altijd dankbaar ben. Ik noem hen nog mijn onderduikpleegouders. Zij hebben hun leven voor mij in de waagschaal gesteld.” Jacques kreeg tijdens de oorlog het pseudoniem Jantje Nijntjes. Hij trok regelmatig op met de buren van nummer 37, de vele pleegkinderen van de daar wonende familie Vet.

NSB’er

Dat Jacques ondergedoken was bij de familie Nijntjes was bekend bij NSB’er Willem Jan Kuiper, die op de Zuiddijk 16b in Zaandam woonde. Kuiper was echter geen antisemiet. Zo bracht hij een groot deel van de inventaris van het gemengd gehuwde echtpaar Krieg in veiligheid en zweeg hij tegen de autoriteiten over Jacques, zo blijkt uit een briefje d.d. 15-11-1946 van het echtpaar Nijntjes ten gunste van hem: “Ondergeteekenden, de heer en mevrouw Nijntjes, Harenmakersstraat, verklaren hiermede, dat Willem Jan Kuiper hoewel hij wist, dat zij een joodsch kind in huis hadden, hen nooit hieromtrent eenige moeilijkheid in de weg heeft gelegd.”Dat Kuiper na de oorlog desondanks werd veroordeeld tot een internering van vier jaar had te maken met zijn verraad van de verzetsstrijder Martinus Arends, die tegenover hem woonde. Arends zou zijn arrestatie en gevangenschap ternauwernood overleven.

Na de oorlog
Jacques kwam heelhuids door de oorlog. Na de bevrijding kwam zijn vader hem ophalen, het enige familielid dat de jodenvervolging overleefde. Jacques kwam in 1948 naar de Rudelsheimstichting in Hilversum, waar weeskinderen werden opgevangen. In 1962 ging hij, pas getrouwd, in Vlissingen wonen. Na zijn militaire dienst kreeg hij een baan in een stoffenzaak in Vlissingen. Als voorzitter van de Stichting Vrienden Joods Monument Vlissingen nam hij het initiatief voor een gedenkteken voor veertig vermoorde joodse inwoners uit die plaats. Het werd in maart 2016 onthuld.

1 www.godschalk.de; Informatie van A. Vet (24-8-2012); Adresboek voor de Zaanstreek (1941 en 1946), Gezinskaart GAZ; Nederlands Dagblad (22-3-2016), Provinciale Zeeuwse Courant (26-9-2018), CABR-dossier Willem Jan Kuiper