Jong, de (Simon)
Laatste wijziging: 26 april 2016
Gezin Simon de Jong (Zaandam, 17-12-1899 – Sobibor, 28-5-1943)1 en Saartje de Jong-Michelson (Amsterdam, 1-3-1903 – Sobibor, 28-5-1943), Elisabeth (‘Lies’) (Bergen, 12-1-1925 – Sobibor, 28-5-1943), Eva (‘Eef’) (Bergen, 16-2-1927 – Sobibor, 28-5-1943), Izaak (‘Jacques’ ‘Ies’) (Wormerveer, 28-9-1928 – Sobibor, 28-5-1943), Mendelina (‘Lina’) (Wormerveer, 3-4-1930 – Sobibor, 28-5-1943) en Hartog (‘Harrie’) (Wormerveer, 8-2-1933 – Sobibor, 28-5-1943)
Het gezin De Jong woonde op de Goudastraat 1, vlakbij de Zaanweg. Het echtpaar leefde eerst in Bergen, waar de eerste twee kinderen werden geboren, Elisabeth en Eva. Rond 1928-’29 verhuisden ze naar Wormerveer. Daar kwamen nog drie kinderen ter wereld. Simon was schoenmaker. Bij gebrek aan een winkel ging hij met zijn werk langs de deuren. Cecilia Lap-Sicking herinnert zich dat haar ouders, die het goed hadden en met elf kinderen grote klanten waren, alleen de mindere schoenen naar De Jong brachten, omdat hij geen goede schoenmaker was, maar ze hem wel wilden helpen. Het gezin De Jong had het niet breed.
Schoolverbod
De kinderen, in 1941 waarschijnlijk Lina, Izaak en Harrie, gingen naar School B in de Goudastraat (na de oorlog Herman Gorterschool genoemd). In september 1941 werden ze op last van de bezetter niet meer toegelaten. Samen met Betty Pais* gingen ze onder leiding van een onderwijzer de klassen langs om afscheid te nemen van de leerkrachten. Dat maakte grote indruk bij de andere kinderen. Ze kregen daarna eerst les bij Pais thuis en vervolgens waarschijnlijk, tot 16 januari 1942, op de inderhaast opgerichte joodse school in de Zaandamse Czaar Peterstraat. Een vroegere speelkameraad, Klaas Zwart jr., herinnert zich Lina en haar familie goed. Hij en zijn zusje Tineke speelden vaak met Lina en Harrie, thuis bij Zwart, in de tuin en in het park. Hij omschrijft Lina als een ‘lief, zacht meisje’. Harrie was een ‘levendige dondersteen (niet negatief bedoeld) met een krullenkop’. Lina had Klaas gezegd: “Ik mag niet meer naar school, maar ik vind het niet erg hoor. Ik hou niet van school.” In ieder geval Izaak en Lina belandden na hun gedwongen verhuizing naar Amsterdam op de Herman Elteschool in de Van Ostadestraat.
Lees meer
Schaatsverbod
Toen er in de winter van vermoedelijk 1941-’42 schaatswedstrijden op de Zaan werden gereden, schreef de familie Zwart Lina in als nichtje. In het familiealbum zit een foto van de wedstrijd, door vader Zwart gemaakt, met zijn dochter Tineke in volle vaart en Lina de Jong onder de toeschouwers. Op het moment dat Lina aan de start verscheen, riep iemand uit het publiek: “Dat kind mag niet meedoen, dat is joods.” Of ze toch heeft gereden is niet bekend. Klaas Zwart herinnert zich ook dat het oudste kind, Lies (16), al eerder naar Amsterdam was vertrokken, nog voor de rest van de familie naar de hoofdstad werd gedwongen te verhuizen. Hij was bij de De Jongs thuis toen er een formulier werd voorgelezen waarin de dochter meldde dat ‘het haar goed ging in Duitsland’.2
‘Evacuatie’
Cecilia Sicking woonde met haar ouders, broers en zussen vlakbij de Goudastraat, naast de familie Pais. Haar vader, Frits J. Sicking, was op de Zaanweg firmant bij IJzerhandel Spekman. Cecilia (1925) was vaak op kostschool, maar kende het gezin De Jong wel. Ze liep op of rond woensdag 22 april 1942 met de ouders De Jong mee naar het spoorwegstation. Ze nam met gemengde gevoelens afscheid van hen. Na dit gedwongen vertrek naar Amsterdam kwam het gezin De Jong terecht in een van de tot jodenbuurt verklaarde delen van Amsterdam. Het oude vriendje van de Zaanweg weet nog met buurvrouw Blij naar Amsterdam te zijn geweest en geschrokken voor het prikkeldraad op de Nieuwmarkt te hebben gestaan. Dat beeld overschaduwde het bezoek zelf aan Lina en Harry en de kleding en het speelgoed dat ze hen gaven. Op 23 november 1942 bleken Izaak (klas 6a) en Lina (klas 5) te zijn ‘vertrokken’ van de Herman Elteschool. Ze moesten met hun familieleden op transport naar Westerbork. Met drieduizend anderen gingen ouders en kinderen De Jong-Michelson dinsdag 25 mei 1943 vanuit Westerbork op transport naar Sobibor. Simon (42) en Saartje (40), Elisabeth (18), Eva (16), Izaak (14), Mendelina (13) en Hartog (9) werden onmiddellijk na aankomst, op 28 mei 1943, door vergassing omgebracht. Het was een dag met twaalf Zaanse slachtoffers.
Voetnoten
1 Burgemeesterslijst nr. 6-11 (de Jong) en 15 (de Jong, geborene Michelson); Politielijst adres nr. 5 (de Jong/Michelson); H8; G14-16; Gezinskaart; Mededelingen van C. Bruijn, J. Bos, en K. Zwart jr. uit Wormerveer (voorjaar 1999); www.joodsmonument.nl; Informatie van Claudia Carli (20-11-2011) en Erik Schaap (november 2011); Mededelingen van Cecilia T. Lap-Sicking en Fons Laan uit Zaandam (januari 1920); Zaanstad.pictura-dp.nl
2 Presser, o.c. I (p. 184v). De werkverschaffing van 10-1-1942 verklaart niet waarom een meisje van 16 jaar naar Duitsland moest