Keijzer-de Swaan (Leentje)

Laatste wijziging: 26 april 2016

Gezin Leentje Keijzer-de Swaan (Noordbroek, 30-7-1904)1

Leentje was een telg uit een joodse familie te Groningen. Haar zuster Betje* huwde in 1919 Zaandammer Simon de Jong* [044-23] , zijzelf op 30 augustus 1923 diens niet-joodse en net als zijzelf niet-religieuze stadgenoot Pieter Keijzer (Zaandam, 27-5-1901). Piet was een los werkman. Het echtpaar ging inwonen bij de schoonfamilie van Leentjes zuster op de Lage Horn 1. Al gauw verhuisden ze naar de Spoorbuurt. In hun arbeiderswoning aan de Oranjestraat 40 werd op 23 februari 1924 het eerste kind geboren, Pieter jr.. Het jongetje stierf binnen enkele dagen. Na enige weken Amsterdam verhuisde het echtpaar naar het Boomgaardspad 39. Pieter was nu ‘houtwerker’. Op 24 april 1925 werd een zoon geboren, die ook de naam Pieter kreeg. Het gezin verhuisde kort voor het uitbreken van de oorlog naar de Krugerstraat 31. ‘Pietje’ Keijzer werkte eind jaren dertig in de dameshoedenfabriek van Poppert*.

(Schoon)broers De Swaan

In de crisistijd (dertiger jaren) kwamen drie broers van Leentje enige tijd inwonen: koopman Abraham de Swaan (Hoogkerk, 15-3-1906) tussen mei 1931 en augustus 1933, bloemenkoopman Salomon (Groningen, 20-10-1907) tussen mei 1935 en mei 1936 en Jozef (Groningen, 3-12-1908), eveneens bloemenkoopman, van maart tot juli 1936. Abraham kwam nogmaals in mei van dat jaar en bleef er tot september. Abraham woonde met zijn tweede vrouw Catharina Hagens een half jaar in Zaandam, de laatste maanden ook op het Boomgaardspad (nummer 7). Het was een gemengd huwelijk. Jozef trouwde eind juli 1936 in Zaandam met Annie Poulisse. Ze gingen op het Boomgaardsslop 3 wonen en verhuisden dat jaar nog twee keer. De laatste maanden van hun verblijf in Zaandam woonden zij boven Abrahams woning. In januari 1937 gingen de broers De Swaan en hun echtgenoten voorgoed naar Amsterdam. ‘Koopman’ Abraham de Swaan kreeg een radiozaak op de Zeedijk 94.

Oorlog

Onmiddellijk na het gedwongen vertrek van de familie Keijzer in eind januari 1942 dienden zich Zaandammers aan die hun woning, verhuurd door ir. Joh. Roemer, wilden overnemen. Het gezin onderging in Amsterdam de beperkende maatregelen en de dreiging die voor gemengd gehuwden bestonden. Het overleefde de Sjoa.

Verwanten

Abraham de Swaan stierf op 20 november 1944 in kamp Flossenburg. Het is onbekend wat er in de oorlogsjaren met zijn broer Salomon gebeurde. Jozef de Swaan kwam op 6 september 1941 om het leven in het Oostenrijkse kamp Mauthausen. Hij behoorde tot de 425 jonge joodse mensen die op 22 en 23 februari 1941 werden opgepakt op het Jonas Daniël Meijerplein en omgeving (de aanleiding tot de Februaristaking) of tot degenen die bij een tweede razzia, op 11 juni 1941, werden aangehouden. Niemand van de gearresteerden kwam terug.