Leeuw, de (Henny)
Laatste wijziging: 27 april 2016
Henny de Leeuw1
Henny de Leeuw was in augustus 1943 als gevolg van dreigend gevaar gedwongen haar schuiladres in Gelderland te verlaten. Zij kon terecht bij de Koogse arbeider Willem Zwart (1897), zijn vrouw Klasina Zwart-de Boer (1897) en hun dochter Maartje (later Brons-) Zwart (1925). Hun woning bevond zich op de Bloemstraat 7. Eind februari 1944 ging Henny weer terug naar haar eerdere adres in Hulshorst, bij het echtpaar Arent en Henderika Baar, maar na drie maanden kwam ze terug naar Koog. Het was in Gelderland opnieuw te gevaarlijk geworden. Henny de Leeuw bleef vervolgens van juni 1944 tot de bevrijding bij de Zwarts.
Oosterbaan
Johanna van Doeland (Koog aan de Zaan, 7-9-1922), een dochter van de Koogse politiechef, kon zich herinneren dat haar werd gevraagd om ’s avonds een joodse vrouw te begeleiden van de Bloemstraat naar Gosse Oosterbaan (Koog aan de Zaan, 11-1-1911) en diens echtgenote Maria Hendrika Oosterbaan-Sleijser (Zaandam, 29-3-1918). Die woonden destijds op het Zuideinde in Koog aan de Zaan. Waarschijnlijk betrof het Henny de Leeuw. Volgens Van Doeland kwam de vraag waarschijnlijk van het haar bekende KP-lid Piet Prins. Het verblijf bij Oosterbaan, de latere burgemeester van Zaandijk, was slechts van korte duur en alleen bedoeld als overstapje naar een volgend adres.
Voetnoten
1 Rechtvaardigen onder de Volkeren; Informatie van J.S. Draaisma-van Doeland uit Zaandam (12-12-2014)