Lis en tante
Laatste wijziging: 27 april 2016
Lis en haar tante1
Het Zaandamse echtpaar Cornelis (‘Kees’) van Schagen -monteur van beroep- en Johanna (‘Annie’) van Schagen-Proper vond het vanzelfsprekend om joodse onderduikers te herbergen. “Als je weet dat er een straat verderop mensen uit hun huis gehaald en vermoord worden -en dat wisten we- dan kun je niet anders doen dan helpen”, verklaarde Annie na de oorlog, volgens Rechtvaardigen onder de Volkeren. Annie van Schagen moet over het oppakken van joodse onderduikers hebben gesproken. De ‘evacuatie’ van januari 1942 had een half jaar voor de deportaties plaats. Twee van de slachtoffers die het Zaanse verzet naar hun huis aan de Meidoornstraat 49 bracht, waren de joodse Lis en haar tante.
Trauma
Lis was getraumatiseerd door de deportatie van haar man en dochter. Ze was met hen en vijftien anderen ondergedoken in een groot huis. Toen ze op een dag naar de overkant liep om daar bij een arts medicijnen te halen voor haar dochtertje was ze er getuige van dat Duitse soldaten het onderduikadres binnenstapten en iedereen oppakten. Lis gilde en wilde naar haar familieleden rennen, maar de dokter wist dat te voorkomen. Daarmee redde hij niet alleen Lis, maar ook zijn eigen gezin.
Schuilplaats
In de woning van het echtpaar Van Schagen lag op de gang een dikke loper. Daaronder bevond zich een luik dat naar een schuilplaats leidde. Als er gevaar dreigde, wikkelden Lis en haar tante hun eigendommen in een doek en verscholen zij zich onder de vloer. Toen de oorlog bijna voorbij was, verschenen er onverwacht twee gewapende Duitsers voor de deur. De onderduikers zochten snel hun bergplaats op, maar het was loos alarm. De soldaten kwamen voor de buren, die met de nazi’s heulden. Voor hun eigen veiligheid werden deze Hitler-sympathisanten naar Duitsland gestuurd.
Lis en haar tante overleefden de oorlog.
Voetnoten
1 Rechtvaardigen onder de Volkeren