Menco (Judicje)

Laatste wijziging: 27 april 2016

Judicje (‘Judy’) Menco (Amsterdam, 11-1-1923)1

Judicje Menco was een dochter van Antonie Menco (‘s-Hertogenbosch, 26-10-1886) en Henriette Salomons (Arnhem, 19-3-1895). Ze had een jongere broer, Hans Salomon (Amsterdam, 9-1-1926). Het gezin Menco woonde in Amsterdam op de Plantage Parklaan 20 hs, waar haar vader huisarts was.

Laren

Judicje dook met haar ouders onder in Laren. Omdat op het onderduikadres zoveel eten in omloop was en er een verdenking van zwarthandelen ontstond, volgde er een inval. Vader en moeder Menco werden meegenomen. Ze belandden uiteindelijk beiden in Bergen-Belsen, maar overleefden net als hun kinderen de oorlog. Judicje beschikte over valse papieren, werkte zogenaamd als dienstbode in Laren en zag er met haar rode, krullende haren niet joods uit. Daardoor ontsprong ze de dans.

Zaandam

Ze vluchtte naar Zaandam en kwam daar terecht bij schoenhandel Presburg, op de Westzijde 16. De zaak werd beheerd door de niet-joodse winkelchef Klaas van de Stadt. Het gezin Van de Stadt-de Carpentier bestond uit zes personen, en had al onderduikers op zolder die aan de ‘Arbeitseinsatz’ wilden ontkomen. Ze maakten houten speelgoed, dat na de oorlog tot Van de Stadts houtwarenbedrijfje ‘Mastaca’ zou leiden. Dat er spanningen ontstonden is niet verwonderlijk. Judicje werd na enige tijd ondergebracht in het huishouden van Gerrit Dil (1915) en zijn -Duitse- echtgenote Ruth Ohm. Die woonden op de Zuiddijk 81 ba. Ook bij de familie Dil was ze zogenaamd ‘dienstbode’.

Echtpaar Koeman

Na Dolle Dinsdag kwam Judicje in huis bij verzetsleider Gerrit Koeman (1911) en diens echtgenote Elisabeth Anna (‘Bep’) Koeman-Westmijze (1915). Het echtpaar Koeman woonde aan de D. Doniastraat 36. De familie Dil, gezegend met drie kinderen, had namelijk onvoldoende eten in huis voor het eigen gezin en de drie onderduikers (het echtpaar Vles* zat er ook al). Bovendien kon er als gevolg van de drukte in huis voor Judicje alleen een slaapplek op de grond gemaakt worden. In de woning aan de Doniastraat kreeg ze een eigen kamertje. Bep Koeman: “Ze zat met dat echtpaar op één bovenkamertje en sliep daar op de vloer. Ons zoontje ging op de overloop slapen en zo konden we Judy een eigen kamertje geven. Dan kon ze zich tenminste af en toe terugtrekken.”

Represailles

Op 8 februari 1945 organiseerden de nazi’s een razzia in de straten rond de Burcht, in reactie op het doodschieten door het verzet van de foute politieman Willemse, drie dagen eerder. Ook Judicje Menco werd uit huis gehaald en met honderden anderen op de Burcht geplaatst, in afwachting van mogelijke represailles. Ze kon het plein uiteindelijk ongeschonden verlaten.

NSF

Judicje Menco bleef tot aan de bevrijding bij de familie Koeman. Geld voor haar levensbehoeften werd via het NSF-netwerk van Remmert Aten aangeleverd. Diens Zaandamse verbindingsman Willem Hart (schuilnaam ‘J. Bakker’), wonend aan de Saenredamstraat 6, leverde maandelijks 65 gulden af bij de familie Koeman.

Vader Menco overleed in Amsterdam op 12 december 1954. Judicje emigreerde op 5 oktober 1950 naar New York. Ook haar moeder vertrok naar de Verenigde Staten (Forrest Hills, New York), zij het zeven jaar later dan haar dochter.

1 Informatie van G. Koeman-Westmijze uit Zaandam (19-10 en 28-10-2008) en Hans Erik van de Stadt uit Koog aan de Zaan (november 2010); NIOD-archief 251a, inventarisnummer 23b; Informatie van Henk Krigee uit Zaandam (4-8 en 5-10-2010); Dagblad Zaanstreek (1-9-2010); Zaanlandsch Nieuws- en Advertentieblad (7-10-1932), GAZ-BVZD 7750