N.N. (Wormer, 1)

Laatste wijziging: okt 10, 2019 @ 20:16

N.N.1

Onderduiker, Wormer

In het boekje ‘Van bezetting tot bevrijding’ (2017) staan dagboekaantekeningen van de in diverse achtereenvolgende plaatsen ondergedoken Wormer inwoner Fredrik (‘Frits’) Michiel van den Berg (Rotterdam, 1-8-1917 – Krommenie, 27-2-2015). Tijdens een bezoek aan zijn ouderlijk huis aan de Nieuweweg, waar een schuilplaats voor hem was gemaakt opdat hij kon ontsnappen aan de Arbeitseinsatz, kreeg hij te maken met een razzia. In zijn dagboek schreef hij later over deze gebeurtenis en de risico’s voor de overburen, waar volgens hem vijf joden verbleven.

Dagboek

Uit het dagboek van Frits van den Berg: “De 25ste augustus 1942, ’s morgens om half acht, zagen we de eerste Duitsers voorbij razen.. (…) Tegen negen uur kroop ik in mijn schuilplaats en daar, in het donker, wachtte ik af wat er komen zou. Tien minuten ongeveer had ik er gezeten toen ik hoorde bellen en ja hoor, daar hoorde ik echte Moffenlaarzen: bons, bons, bons in de gang. Het waren twee soldaten en de derde bleef buiten voor de ramen staan kijken, zodat er niemand meer uit kon. Ik hoorde ze vragen hoeveel mensen hier woonden en of ze de persoonsbewijzen mochten zien. Toen vroegen ze: ‘Sind hier auch Juden oder untergedokenen?’”

Overburen

“De schuilplaats was nog geen week oud en was dus precies op tijd gemaakt. Die avond hoorden we hoe fijn de Duitsers er tussen genomen waren bij onze overburen, de familie Tuinman, die een kruidenierswinkel had. Ze hadden vijf joden in huis en geen goede schuilplaats, dus hij had ze gewoon in de huiskamer laten zitten. Zijn vrouw had een paar kannen koffie gezet, ze hadden lekkere koeken op tafel en er heerste een soort feeststemming. De soldaten, die daar huiszoeking moesten doen, stapten de kamer vol joden binnen en Tuinman zei zonder blikken of blozen, dat zijn vrouw jarig was en dat ze visite hadden. En, of ze ook een bak ‘Kaffee’ lustten? De Moffen liepen er in en dronken mee en, wat het mooiste was, ze geloofden het verder wel!”

Onbekend

Op de Nieuweweg 67 woonden Jan en Guurtje Tuinman. Van hen is bekend dat ze gastvrijheid boden aan het echtpaar Dikker en aan Louis van Thijn. Wie de andere joodse onderduikers bij hen waren is echter onbekend. Eveneens onbekend is hoe het hen verder is vergaan. Wellicht vergiste Frits van den Berg zich. In een naar het voordien illegale blad Vrij Nederland gezonden overzicht van zijn verzet schreef Jan Tuinman: “Ik had zelf 6 onderduikers in huis waaronder 3 Joden.” Daar staat tegenover dat Arie Dikker in een bewaard gebleven verslag schreef over ‘4 Joden’ bij Tuinman, van wie er één – niet Louis van Thijn – op 22-12-1943 ‘in arren moede en tot het uiterste geëxploiteerd vertrokken is’.

1 Berg, F. van den Van bezetting tot bevrijding, de onderduiker (Krommenie, 2017); NIOD, archief Vrij Nederland; Collectie Erik Schaap, verslag Arie Dikker (3-4-1945)