Peereboom (Marianne/Nanny)

Laatste wijziging: 27 april 2016

Marianne (‘Nanny’) Peereboom (Amsterdam, 31-3-1941)1

Nanny woonde met haar vader Izaäk Peereboom (1905) en haar moeder Fenna Peereboom-Trompetter (1908) op de Amsterdamse Jozef Israëlskade 122 hs. Deze joodse straatnaam werd in augustus 1942 veranderd in Tooropkade.2

Familie

Izaäk werkte als stoffenverkoper bij de firma Gerzon. Hij was op 15-jarige leeftijd bij het bedrijf begonnen en zou er blijven tot de opheffing, vijftig jaar later. Fenna was Nederlands-hervormd en had twee joodse grootouders. Izaäk had er vier. De zuster van zijn grootvader, Heintje Peereboom, was in 1863 in Zaandam geboren. Zij was een nicht van Nathan David Peereboom*. Vanwege haar huwelijk met Maurits Emanuel Boekman was Heintje naar Amsterdam verhuisd. Hun zoon Emanuel (1889) werd er in 1931 voor de SDAP wethouder van onderwijs en cultuur. Zowel hij als zijn vrouw benamen zichzelf op 15 mei 1940 het leven.

Doop

Izaäk en Fenna Peereboom hadden in Nanny’s geboortejaar 1941 al twee kinderen. Abraham (‘Ab’) kwam in 1931 ter wereld en Lia Gesina in 1935. In het voorjaar van 1941 moesten de ouders zichzelf en hun nu drie kinderen verplicht aanmelden als zijnde ‘van joodschen bloede’. Fenna werd door haar huwelijk als voljoods beschouwd. Dat gold ook voor de kinderen, omdat zij drie joodse grootouders hadden. Fenna was zich bewust van de dreigende situatie. Zij liet haar kinderen eind 1942 dopen.

Onderduik

Toen begin 1943 de oproep voor ‘arbeidsverruiming in het Oosten’ kwam, was ze op onderduiken voorbereid. Via de bovenburen, de familie Borensztajn, kreeg ze informatie over de illegaliteit. In samenwerking met de ondergrondse in Amsterdam en Utrecht werd voor ieder lid van het gezin een adres gevonden. Ab kon terecht in de buurt van Dokkum (Rinzumageest), Lia in Utrecht en Nanny in Zaandam. Vader Izaäk ging naar Zuid-Limburg. Hij woonde aanvankelijk bij familie en later, na een kort verblijf in seminarie Rolduc, in een pension te Mechelen. Moeder Fenna ging naar een tandartsengezin in Wassenaar, waar zij werkte als assistente en huishoudster. Hiermee verdiende zij het geld waarmee de onderduik van de kinderen (in ieder geval die van Lia en Nanny) betaald werd.

Zaandam

Nanny werd begin maart 1943 door iemand van de ondergrondse ondergebracht bij Sjoerd en Hillie van der Werf-Poepjes. Zij woonden aan de Zuiddijk 413. Het echtpaar had twee jongens, Henk (10) en Hans (8). De bijna 2-jarige Nanny werd als een eigen kind opgenomen in het gezin. Het meisje had een zonnig karakter, speelde met de buurkinderen en leek geen heimwee te hebben. De woning lag onder de dijk en grensde aan een weiland waar Duitsers van een nabijgelegen kazerne met hun paarden reden. Nanny werd een keer door een soldaat te paard teruggebracht naar de Van der Werfs.

Friesland

Sjoerd van der Werf was smid en werkte bij de Artillerie-Inrichtingen op het aan de andere kant van de Zaan gelegen Hembrugterrein. In september 1944 dook het voltallige personeel van de A.I. onder.3 Of dat de reden was, of dat de ouders Van der Werf de situatie al eerder te gevaarlijk achtten om in Zaandam te blijven is onbekend, maar ergens in 1944 kwam de Friese familie Van Hillie het gezin te fiets ophalen. Zij kregen onderdak in Sondel, niet ver van Lemmer. Ze verbleven daar bij ‘pake’ en ‘beppe’ Poepjes, de ouders van Hillie. Nanny was blond en had bruine ogen, evenals haar pleegvader. Ze kon in Friesland goed doorgaan voor zijn dochter.

Bevrijding

In mei 1945 keerde het gezin met Nanny terug naar Zaandam. Daar kwam Fenna Peereboom haar dochtertje ophalen. Nanny herinnert zich daarvan alleen nog dat er ‘plotseling een vreemde mevrouw aan de keukentafel zat’. Later bleek dit voor beide partijen een dramatische gebeurtenis te zijn. Sjoerd en Hillie hadden na de geboorte van hun jongens ook graag een dochtertje gewild, maar dat ging niet. De komst van de levenslustige Nanny vervulde die wens. In Friesland had de familie met elkaar afgesproken: “Als de Duitsers Nanny komen halen, zullen ze eerst ons moeten nemen.” Heimelijk hoopte men dat de  ouders niet zouden terugkeren om ‘ons kindje op te halen’. Hillie stortte in na het vertrek van haar pleegdochter. Voor Fenna Peereboom was het weerzien met haar jongste kind, dat haar na meer dan twee jaar gescheiden onderduik niet herkende, uiteraard ook ingrijpend. Zij sprak later niet meer over die periode (vergelijk de geschiedenis van Martha Zwaaf*).

Limburg

Het gezin Peereboom werd herenigd in Kerkrade-Haanrade, waar Izaäk een woning had gevonden in de Grensstraat. Deze vormt letterlijk de grens met het Duitse Herzogenrath. Nanny sprak Fries en kon aanvankelijk alleen met Ab praten. De omgeving sprak Limburgs en was volledig katholiek. Op de fröbelschool had Nanny dan ook geen leuke tijd. Toen Izaäk na een jaar weer bij Gerzon kon komen werken, in Den Haag, verhuisde men daarheen.

Van der Werf

De Van der Werfs emigreerden in 1948 naar Chicago en het contact, dat al zeer beperkt was geweest, werd volledig verbroken. De achternaam van het onderduikstertje was nooit bekend gemaakt aan de familie Van der Werf. Nanny zelf had zo goed als geen herinneringen aan haar onderduiktijd. In 1988 woonde ze in Wijdewormer en ging ze terug naar de Zuiddijk om het onderduikadres te zoeken. Ze trof er een buurmeisje aan, dat haar ontroerd herkende. Deze wist dat een zus van Hillie van der Werf in Zaandam woonde. Deze ‘onderduiktante’ was haar nooit vergeten. Ze luisterde regelmatig naar het radioprogramma Adres onbekend, in de hoop iets over Nanny te horen. Die luisterde naar hetzelfde programma. “Misschien waren er mensen die mij zochten.” Hillies zus verstrekte Nanny het adres van de Friese familie waar ze tijdens de oorlog woonde. Ook daar werd Nanny onmiddellijk herkend. Henk en Hans van der Werf bleken nog steeds in de Verenigde Staten te wonen. Hun moeder Hillie was vrij jong gestorven en in Chicago begraven. Vader Sjoerd was hertrouwd, maar inmiddels ook overleden. Zijn tweede vrouw keerde vervolgens terug naar Friesland. Toen Nanny in 1991 Henk van der Werf in Florida bezocht, bleek opnieuw hoe groot de plaats van het onderduikkind in het gezinsleven was geweest. Henk was enthousiast, maar broer Hans kon een ontmoeting niet aan. Toen Nanny in 1945 door haar moeder werd opgehaald, voelde dat alsof ‘mijn zusje is overleden’.

Nanny

Nanny Peereboom werd raadslid in Wijdewormer en in 1991 wethouder van Wormerland. In 1994 werd zij burgemeester van het Zuid-Hollandse Strijen. Van 1999 tot 2004 was zij burgemeester van Zaltbommel.

1 Interview met Marianne Peereboom (3-10-2006); Adresboek voor de Zaanstreek 1941

2 www.allesoverstraatnamen.nl

3 Nägele, H. en Schaap, D. Geen oorlog geen munitie. De geschiedenis van 300 jaar militaire produktie (p. 95)