Philips (Théodore)
Laatste wijziging: 27 april 2016
Théodore Bénoit Philips (Amsterdam, 2-2-1885)1
Théodore Philips was een zoon van Simon Jacobus Philips en Helena Margaretha Philips-Ornstein. Hij trouwde op 14 juni 1922 in Amsterdam met Theresia Wilhelmina Fuchs, maar dat huwelijk werd zes jaar later ontbonden. Zijn tweede huwelijk, dat op 1 mei 1935 plaatsvond -eveneens in de hoofdstad- was met Pieternella Schout (Biggekerke, 25-10-1898). Zij was een dochter van Pieter Schout en Maartje Schout-Stroo. Ze kregen één zoon, Simon Pieter (Amsterdam, 17-1-1937).
Gynaecoloog
Het gezin woonde aan de Wouwermanstraat 28 hs in Amsterdam. Théodore Philips was sinds 1920 gynaecoloog in het Gemeenteziekenhuis van Zaandam en in Amsterdam sinds 1922 verbonden aan het Nederlands-Israëlitisch Ziekenhuis. Hij was daar chef van de afdeling verloskunde. Théodore was lid van de Zaanse Specialistenvereniging. Als ambtenaar van het Zaandamse Gemeenteziekenhuis moest hij in oktober 1940 de Ariërverklaring tekenen. In november werd hij ontslagen, evenals zijn collega A. Roozendaal*. Voor artsen en andere beoefenaars van de vrije beroepen die een beroepseed afleggen werd een eigen jood-verklaring ontworpen en begin februari 1941 aan deze beroepsgroepen toegestuurd. Joodse artsen mochten vanaf 1 mei alleen nog voor joodse patiënten werkzaam zijn.2 Dokter Philips kreeg op 5 mei 1941 een brief van waarnemend secretaris-generaal van het departement voor Sociale Zaken Verwey, waarin hij als Regeringsdeskundige bij de examens in de Kraamverpleging ontslagen werd.3 De huisartsen Eisendrath* en De Leeuw* moesten in die tijd ook een (groot) deel van hun werk opgeven.
Gemengd gehuwd
Zijn status als gemengde gehuwde man beschermde Philips. Hij behoorde tot de laatste joodse artsen die als zodanig werkzaam konden zijn. De Joodsche Invalide had nog een ‘rest-zaaltje’ waar in 1943 de laatste joodse patiënten werden verzorgd die nog niet waren gedeporteerd. Daarnaast werden er ‘madeliefjes’ verzorgd, niet-joodse vrouwen met een geslachtsziekte.
Arnhem
Dokter Philips overleefde de oorlog en dat gold ook voor zijn vrouw en zoon, die in januari 1953 naar Arnhem vertrok. Zijn ouders volgden hem vijf jaar later.
Voetnoten
1 Gezinskaart Amsterdam; F. van Soeren, Huisartsen – specialisten & ziekenhuizen. Feiten uit de Zaanse geneeskunde van de twintigste eeuw (p. 141); Mededelingen van F. van Soeren (1998). Met dank aan Marijke van Essen, Historische Commissie Zaans Medisch Centrum (2006); Algemeen Handelsblad (27-11-1922); Informatie van Henk Krigee uit Zaandam (4-8-2010); H. van den Ende, ‘Vergeet niet dat je arts bent’ Joodse artsen in Nederland 1940-1945
2 Presser o.c. I (p. 116-117)
3 www.jhm.nl, documenten nr. 00000207