Pilichowski (Zacharias)

Laatste wijziging: 27 april 2016

Echtpaar Zacharias Pilichowski (Gnesen, 13-10-18952 – Gross-Rosen, 10-2-1945)1 en Erna Pilichowski-Abraham (Rogono, 5-2-1908)3

Gnesen is het huidige Poolse Gniezno. Het was lange tijd Pruisisch/Duits. Rogono lag in Polen.4 Bedrijfseigenaar Zacharias had de Duitse nationaliteit. Erna Abraham was mogelijk een zuster van Walter Abraham*, die al sinds begin 1939 op de Beethovenstraat 8 in Zaandam woonde. Ze was een dochter van Max Abraham en Fanny Tworogar.

Dameshoeden

Zacharias werd op 18-12-1933 ingeschreven in Maastricht. Hij kwam uit Berlijn. Op 26 januari 1934 huwde hij de modiste Erna Abraham, eveneens in Maastricht. Zij was daar vier dagen voor hem ingeschreven. Wellicht heeft Erna toen, vanwege haar vlucht uit Hitler-Duitsland, haar nationaliteit verloren. Zij richtten in Maastricht Dameshoedenfabriek Z. Pilichowski op, in 1936 gewijzigd in Dameshoedenfabriek Pilima (Pilichowski Maastricht). Hun adres was daar respectievelijk Wycker Brugstraat 33 (1934) en Oude Tweebergenpoort 7a (1938). Walter Abraham kwam in 1937 ook naar Maastricht en verhuisde in februari 1939 met zijn hoedenatelier naar Zaandam. Mogelijk speelde de aanwezigheid van de grote dameshoedenfabriek van Poppert hierbij een rol. Het echtpaar Pilichowski volgde hem in januari 1940. Zij zetten bij hem aan huis hoedenfabriek Pilima voort. Deze kwam op naam van Zacharias te staan.

Oorlog

In oktober 1940 moest het echtpaar de winkel bij de Wirtschaftsprufstelle laten registreren als ‘joodse onderneming’. In maart 1941 vond de ‘arisering’ plaats. Er kwam een niet-joodse bewindvoerder. In augustus 1941 dienden joodse burgers hun geld en saldi over te brengen naar de Liro-bank. Duitse vluchtelingen werden bovendien in november 1941 door de toepassing van het Reichsbürgergesetz state- en bezitloos verklaard.

Westerbork

Zacharias en Erna Pilichowski werden evenals Walter in februari 1942 ingeschreven in het bevolkingsregister van Westerbork. Walter had het ongeluk bij de kampbewoners te horen die werden toegevoegd aan het eerste transport naar Auschwitz. Erna en haar man vonden een plek in de zogenaamde ‘kamparistocratie’ van Westerbork en werden tot januari 1944 niet gedeporteerd. Rond die tijd vertrokken ze naar Theresienstadt, net als ruim dertig andere Duits-joodse vluchtelingen uit Zaandam en Oostzaan. De meerderheid van hen werd doorgestuurd naar Auschwitz. Zo ook het echtpaar Pilichowski.

Zacharias

Zacharias (49) hoorde bij de dertien personen uit de Zaandamse groep die voor ‘werk’ werden geselecteerd en later naar andere kampen gestuurd. Vier van hen zouden de ontberingen overleven. Zacharias kwam terecht in Gross-Rosen. Daar bezweek hij op 10 februari 1945.

Erna

Zijn vrouw Erna kwam in Stutthof en Auschwitz terecht. In dat laatste kamp werd ze ook voor ‘werk’ geselecteerd, maar niet doorgestuurd. Ze was blijkbaar te zwak voor een van de dodenmarsen. Op 27 januari 1945 bevrijdden Sovjettroepen haar uit het kamp. Ze lag tot het najaar van 1945 in een Pools ziekenhuis. Erna schreef van daar naar de politie te Zaandam, in de hoop via de buren van Beethovenstraat 10 goed nieuws over haar man te kunnen horen. Dat was er niet. Walter Abraham was al in augustus 1942 door vergassing om het leven gebracht.

Vervolg

Erna keerde terug naar Zaandam, maar verhuisde in juli 1946 naar Amsterdam. Daar zette ze aan de Nieuwe Achtergracht 9 Pilima voort. Erna Pilichowski-Abraham hertrouwde op 31 december 1947 met Max Meileich Holländer (Bolechow, Polen, 15-4-1908). Op 1 mei 1953 werd de hoedenfabriek opgeheven. Twee jaar eerder al, op 28 mei 1951, waren Erna en Max geëmigreerd, naar Philidelphia. Max overleed daar in mei 1957, Erna stierf op hoge leeftijd in Camarillo (Californië), op 13 juli 2003.