Wormer
Laatste wijziging:
Inleiding
Als je komend van de Zaan op de Dorpsstraat van Wormer naar links zou kunnen gaan -na de Torenlaan te zijn gepasseerd, maar nog voor de Mariastraat- zou je op een langwerpig landje komen dat De Jood heet.1 Vanaf dit landje zou je tussen Hermanus en Het Dorsie door kunnen varen, de Marken Reef in. Dit stuk water verbindt het Zwet met de dieper in het eilandenrijk gelegen plas de Marken. Aan het eind van de Reef, links boven het Dorpsstuk, lag in die plas ooit een landje met de naam Jodenkerkhof.2 Het was een van de tweeduizend ‘landjes’ in het Wormerveld, maar is nu verdwenen. Men heeft er naar grafstenen gezocht, doch niet gevonden.3 Of en zo ja, in welke tijd er in Wormer een dergelijke joodse begraafplaats bestond, is niet duidelijk.
Achttiende eeuw
Volgens een resolutie van de Wormerse Vroedschapsraad uit 1763 mochten aan ‘Smousen of Jooden’ geen vaste goederen worden verkocht. In 1793 hadden Mozes en Isak Cohen echter toch een huis kunnen kopen. Toen Albert Schoor een jaar later een woning wilde verkopen aan slager Levie Nathan rees er protest bij de buren. Zij deden een beroep op de resolutie en vonden de burgemeester aan hun zijde. “Waardevermindering van het eigen huis, verval van de plaats”, het klinkt bekend in de oren. Vooral bleek men beducht voor de vestiging van een synagoge in het pand. Er woonden toen zeventien joden in het dorp. Een jaar later ontstond de Bataafse Republiek en werd de resolutie ongeldig.4 Levie Nathan vestigde zich alsnog als koopman in Wormer. Over een synagoge werd niets vernomen. Levie vroeg in 1796 wel een vestigingsvergunning aan bij de grootste Zaanse gemeente, West-Zaandam. Die verwees hem naar andere ‘negotieplaatsen’, zijnde de andere Zaanse dorpen.5 De eerste Zaanse synagoge kwam in 1800, in een huis aan de Zaandamse Rozengracht.
1940-1945
Een sprong naar de twintigste eeuw. Er woonden toen bijna geen joden in Wormer. Maar elke gemeente kreeg na mei 1940 te maken met een serie overheidsmaatregelen die tegen haar joodse burgers of bezoekers gericht was. In het Gemeentelijk archief van Wormer zijn bijna dezelfde documenten bewaard als in dat van Koog aan de Zaan.6
Lees meer
Aanmelding
In het voorjaar van 1941 moesten inwoners uit Wormer ‘van geheel of gedeeltelijk joodsen bloede’ een aanmeldingsformulier invullen. Er is overigens geen melding van joodse burgers in Jisp. Door te antwoorden op tien vragen maakte de persoon die zich aanmeldde duidelijk of de aanduiding J (‘voljood’), dan wel BI -later GI (‘halfjood’)- of BII -later GII (‘kwartjood’) van toepassing was. Die hoedanigheden werden genoteerd op de persoonskaart van het bevolkingsregister. Voor het ingevulde formulier kreeg men een Bewijs van Aanmelding. Hierop stond onderaan het aantal joodse grootouders.7 Voljoden kregen bij de uitreiking van het nog in te voeren persoonsbewijs twee J’s gestempeld in deze legitimatie. In het archief van Wormer is het plakkaat aanwezig dat de aanmeldingsplicht verkondigde.8 Het is gedateerd op 10 februari 1941. De aanmeldingsformulieren waren dagelijks verkrijgbaar op de secretarie en moesten voor 23 februari worden ingeleverd bij de burgemeester. Er dreigde een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaar voor wie door zijn schuld niet voldeed aan de plicht tot aanmelden.
Aantal
Volgens de opgave van burgemeester P. Kooiman aan de Commissaris van de Provincie (28 maart 1941) waren er toen in Wormer twee vrouwen, één man en twee meisjes van joodsen bloede. Uit de specifiekere opsomming aan de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters bleek dat het ging om Herman Duis en zijn twee dochters Judith en Marie Duis*, en om de twee vrouwen Maria van Baren (3-1-1859) en Maria de Boer-Olthuis (Ootmarsum, 6-8-1892). Beide vrouwen waren ‘kwartjood’; zij hadden slechts één joodse grootouder ingevuld.
Verboden
In het Wormerse archief zijn enige brieven bewaard rond de verbodsborden voor joden.9 De Procureur-generaal van het ressort Amsterdam wilde op 16 december 1941 van de burgemeester weten hoeveel verbodskaarten hij nodig had voor openbare gebouwen en hoeveel houten borden voor (sport-)parken en zwembaden. Twee dagen later stuurde de burgemeester een lijstje met tien cafégelegenheden en acht sportinrichtingen. Op 3 maart 1942 stelde de burgemeester de drie voetbalverenigingen, de twee korfbalverenigingen, de katholieke zweminrichting en zwembad Het Zwet op de hoogte van de komst van de houten borden, die door Openbare Werken aan de hoofdingang van de terreinen zouden worden geplaatst. Overigens verbood aartsbisschop De Jong in maart 1942 de katholieke instellingen om bordjes op te hangen met de tekst ‘Voor Joden verboden’.10 Op 22 juni 1942 vroeg de Gevolmachtigde voor de Reorganisatie van de Politie, de heer Broersen, om de inlevering te regelen van rijwielen die aan joden toebehoorden. De gemeente antwoordde deze keer zonder uitleg dat er geen opgave kon worden gedaan.
‘Evacuatie’
Ruim drie maanden eerder, op 3 maart 1942, had burgemeester Kooiman op verzoek van de Commissaris van de Provincie een nieuwe lijst met joodse burgers opgestuurd, nu gericht aan de Zentralstelle für jüdische Auswanderung.11 Het ging om een speciale groep: evacuatiekandidaten. Kwartjoden en veel halfjoden vielen af. Er woonde op dat moment volgens de gemeente één evacueerbare burger in Wormer, Harry Sanders*. Hij was voljoods en ongehuwd. Ook op het landelijk overzicht van de Rijksinspectie van een half jaar eerder had één voljoodse persoon gestaan.12 Dat moet eveneens ir. Sanders zijn geweest.
Duis
Herman Duis* was al verhuisd. De namen van zijn echtgenote en kinderen komen evenmin voor op de burgemeesterslijst. Een ‘arische’ vrouw met twee halfjoodse kinderen was alleen evacueerbaar als zij een gezin vormde met een voljoods gezinshoofd. Dat was niet het geval. Het gezinshoofd woonde in Krommenie. Daar kon men zeggen dat de gezinsleden van Herman Duis vielen onder de verantwoordelijkheid van Wormer. De officiële datum voor gedwongen vertrek naar Amsterdam c.q. Westerbork was 22 april 1942. Sanders was niet gemengd gehuwd en moest naar Amsterdam. Het gezin Duis kon blijven. Uit latere correspondentie in het gemeentearchief blijkt dat Herman Duis in juli 1942 weer bij zijn gezin woonde.
Onderduikers
Er zijn uit Wormer slechts enkele namen bekend van joodse onderduikers. Over helpers is iets meer bekend. De Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) werd in de Zaanstreek mede opgericht door de Wormerse onderwijzer Paulus Engelbertus (‘Paul’) Kramer (Wormer, 22-12-1896).13 Hij gaf les op de St. Jozefschool en was vader van zeven kinderen. In mei 1940 was hij reserve-officier. Toen er in 1942 door de arbeidsverplichting en de deportatie van de joden grote behoefte kwam aan onderduikplekken ging Kramer met andere voormalige reserve-officieren aan het werk. De LO-Wormer zocht onderduikadressen in de Wijde Wormer, Jisp en Uithoorn. Meer dan honderd personen, joods en niet-joods, werden van adressen en benodigdheden voorzien. Na zijn arrestatie, thuis op het Gasplein 6 (thans P.E. Kramerstraat), werd Kramer op 21 januari 1944 naar Purmerend gevoerd en later naar Police, een kamp bij het Poolse Stettin. Als datum van zijn vermissing geldt 10 april 1945.14 Na Kramers arrestatie nam zijn medewerker Pieter (‘Piet’) Sinkeldam (Wormer, 20-7-1919) de leiding van de groep over. De Krommeniese LO-leider Hondema werkte in Wormer ook samen met de katholieke hoofdonderwijzer J. Kamp, die op de Dorpsstraat 123 woonde.
RvV
Een andere verzetsman was Jan Kuijper (Wormerveer, 29-10-1907).15 Hij was communist en badmeester van openluchtzwembad Het Zwet. ’s Winters deed hij timmermansklusjes. Het bad kreeg in 1942 het bord ‘Verboden voor Joden’. De halfjoodse Judith Duis* mocht er wel zwemmen en de voljoodse Rebecca Pais* eigenlijk niet. Na een korte onderduiktijd bij Ochten werd Kuijper eind 1943 lid van de jonge Raad van Verzet (RVV) en in september 1944 van de Binnenlandse Strijdkrachten. Het verzet vergaderde bij hem thuis op de Dorpsstraat 442. De RVV was vooral rond bedrijfskernen georganiseerd. Men pleegde sabotage en liet machines verdwijnen uit de stilgelegde papierfabriek De Eendracht. Kuijper regelde ook voedsel voor onderduikers. Hij werd op 29 november 1944 bij toeval doodgeschoten door een Duitse patrouille in Wormer. Jan Kuijper werd na de oorlog begraven op de Eerebegraafplaats in Overveen. In Wormer is op de Dorpsstraat 187 een gedenkplaat voor hem te vinden.
Eendracht
Voor de Wormer papierfabriek De Eendracht, een onderdeel het Van Gelder-concern, hadden de Duitsers een speciale rol in gedachten. Nadat medio 1942 de jodendeportaties naar Westerbork en Vught begonnen, werden hun geconfisqueerde eigendommen verspreid over het binnen- en buitenland. Zeker zeven- à achthonderd ton boeken en persoonlijke documenten belandden in De Eendracht, waar ze onder SS-toezicht tot pulp werden vermalen. Dit ging door tot de winter van 1943. Wat er daarna nog aan joods roofgoed binnenkwam bleef, omdat de Duitsers de papierfabriek ontmantelden, liggen tot na de bevrijding. Begin 1946 verdwenen de restanten van de joodse eigendommen alsnog in de stortkokers van De Eendracht. Er was kort na de oorlog een enorme honger naar nieuw papier en aan het eigendomsrecht van de oorspronkelijke bezitters werd geen aandacht geschonken. In totaal zijn er in Wormer waarschijnlijk meer dan anderhalf miljoen boeken en andere papierwerken uit joods bezit vernietigd.
Voetnoten
1 Heere, P.H. De joodse gemeenschap in de Zaanstreek 1780-1950 (H1-9) en Joodse onderduikers in de Zaanstreek (H8a) in De Typhoon (31-3 t/m 5-5-1990), artikel 1; De Zaanlander (4-5-1948); Informatie van Erik Schaap uit Zaandam (20-4-2010); Stadsarchief Amsterdam, dagrapporten Bureau Joodsche Zaken; NIOD-archief 181b, inventarisnummer 15; Auwerda, J. De Joodse Gemeente in Zaandam; Pinkas, Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland; www.jhm.nl; Mededelingen van S. Smit en J. Meijer, bestuursleden van de Nederlands-Israëlitische Gemeente Zaandam; GAZ-archief Tweede Wereldoorlog, doos K-10; De Zaanlander (19-2-1965); Nationaal Archief, CABR-dossier T. Jansen; Zaans Volksblad (18-11-1938 en 12-1-1939), Oorlogsdagboek Andries Bouman uit Zaandam; De Typhoon (5-5-1965); CABR-dossier Jacob IJdenberg; Informatie van Harrie van Nek (juni 2015)
2 Schaap, E. Mijn lied, mijn leed, mijn hartstocht. Het leven van Jacob Israël de Haan (1881-1924)
3 H4
4 Voor de inhoud van de nummers zie onder Philipson*
5 Het 75-jarig bestaansfeest der synagoge in: De Zaanlander (22-1-1940)
6 Statistiek der bevolking van joodschen bloede in Nederland, NIOD
7 Kopie van twee gewijzigde aanmeldingsbewijzen bij familie Jekel-Beekman*, Koog aan de Zaan
8 Kopie van bewijs van inlevering bij echtpaar Goudsmid*, Zaandam
9 Zie Presser, o.c. I (p. 465)
10 Mededeling van Barbara Vollmann-Petersen uit Zaandam (1998)
11 Gemeentearchief Zaanstad, Zaandam 180, doos 80 ‘Duitse maatregelen de Joden betreffende’
12 H7; Presser, o.c. I (p. 204-205), zie kopie hieronder
13 GAZ, Zaandam 180, doos 80
14 H7
15 Johan Jongepier schreef na de oorlog het rapport Inlichtingen betreffende verzetsdaden gedurende de Duitse bezetting (GAZ, Enkele stukken betreffende de bezetting)
16 GAZ, Zaandam 180, doos 80
17 Het is onbekend op basis waarvan Henk Flap e.a. in De jodenvervolging in lokaal perspectief (1997) op 88% dodelijke slachtoffers komen
18 www.joodsmonument.nl/Uitleg: “Monument op internet om de herinnering levend te houden aan alle mannen, vrouwen en kinderen die tijdens de Duitse bezetting als joden zijn vervolgd en die de Sjoa niet hebben overleefd.”
19 Mededeling van Erik Schaap (november 2005)
20 Vertaling en actualisering van The Encyclopedia of the Righteous among the Nations
21 Inlichtingen betreffende verzetsdaden gedurende de Duitse bezetting
Joden op evacuatielijst
Joden niet betrokken bij de jodenevacuatie van 1942
Joodse onderduikers