Wormerveer
Laatste wijziging:
Inleiding
Voor 1900 had Wormerveer weinig joodse burgers. De bekendste familie was die van slager Nathan van Thijn (1870-1920) (zie Peereboom-van Thijn*). Zijn winkel en huis stonden ‘Aan Weg en Zaan’, op het huidige Noordeinde, even ten noorden van hotel De Jonge Prins. In 1900 woonden er in Wormerveer zes joden.1
1940-1945
Veertig jaar later waren het er vijfmaal zoveel. We spreken dan van joden volgens de nazi-definitie, ‘Volljuden’; mensen met tenminste drie ‘voljoodse’ grootouders of met twee als zij met een ‘voljood’ getrouwd waren, dan wel zelf kerkelijk joods waren. De Nederlandse joden werden onder bedreiging met gevangenisstraf opgeroepen zelf de benodigde informatie te geven. In het voorjaar van 1941 moesten ook de Wormerveerders ‘van geheel of gedeeltelijk joodschen bloede’ een aanmeldingsformulier invullen. Met de antwoorden op tien gestelde vragen maakte de persoon die zich aanmeldde duidelijk of op hem of haar de aanduiding J (‘voljood’), BI -later GI- (‘halfjood’) of BII -later GII- (‘kwartjood’) van toepassing was. Voor de joodse gemeente geldt overigens traditioneel iemand als jood wanneer hij of zij uit een joodse moeder is geboren. Het geloof van de vader en het aantal joodse grootouders zijn geen maatstaf. De nazi’s gingen daar dus anders mee om.
Documenten
De bevonden status werd genoteerd op de persoonskaart van het bevolkingsregister. Voor het ingevulde formulier kreeg men tegen betaling van 1 gulden een Bewijs van Aanmelding, ook wel ‘gele kaart’ genoemd. Hierop stond het aantal joodse grootouders.2 Wie niet (alles) kon betalen, werd verwezen naar de joodse gemeente in Zaandam of kon, indien niet-religieus, vermindering dan wel vrijstelling krijgen. Voljoden kregen bij de uitreiking van het nog in te voeren persoonsbewijs in deze legitimatie twee J’s gestempeld.
Maatregelen
Niet-Nederlandse joden werden op 2 juli 1940 opgeroepen zich op het gemeentehuis te melden. Het ging in Wormerveer mogelijk alleen om Rosa Boot-Kornblut*. Vanaf september 1941 mochten joodse leerlingen geen niet-joodse scholen meer bezoeken. De kinderen De Jong* en Pais* namen afscheid in de klas.
Lees meer
Burgemeesterslijst
Het landelijk overzicht dat de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters in mei 1942 publiceerde over de aangemelde personen geeft de stand van zaken weer per 1 oktober 1941.3 Daaruit blijkt dat er in Wormerveer op dat tijdstip 28 personen ‘van joodschen bloede’ woonden: 25 ‘voljoden’ (van wie zestien vrouwen) en drie ‘halfjoden’ (twee mannen en een vrouw). Eén halfjoodse inwoner had de Duitse nationaliteit. Burgemeester A. Slager of zijn waarnemer stuurde vijf maanden later, op 9 maart 1942, een lijst met de namen van 29 joodse personen naar de Zentralstelle. Het ging nu om een speciale groep: de evacuatiekandidaten. Niet-joodse partners en eventuele halfjoodse gezinsleden werden weggelaten. Dat was volgens de regels, want deze gezinsleden moesten alleen worden opgeschreven als het hoofd van het gezin joods was. In Wormerveer woonden alleen joodse vrouwen die gemengd gehuwd waren. Alle 29 namen werden genummerd. Er waren in vergelijking met oktober 1941 vier voljoodse inwoners bijgekomen. Twee van hen zijn bekend: de gezusters Blank-Smit* en Van Looy-Smit*. Zij waren vanwege de Zaandamse verdrijving uitgeweken naar Wormerveer.
Protest?
De joodse gehuwde vrouwen werden op de burgemeesterslijst aangeduid bij hun meisjesnamen, die ook de alfabetische plaats op de lijst aangaf. Bij de gemengd gehuwde Mina Smit* en Violente Smit* was dat eenvoudig, omdat het niet-(vol)joodse deel van het gezin (Blank en van Looy) buiten de lijst bleef. Bij voljoodse huishoudens vond de secretarie een oplossing. Grietje Drilsma* (nr. 4) stond apart van man en kinderen Pais* (nr. 17-20). Geheel volgens de voorschriften. Op de regel boven de meisjesnaam stond echter, na het nummer op de lijst en een ruimte van vier spaties, de familienaam van de joodse of ‘arische’ echtgenoot. Daarachter volgde na een komma de Duitse aanduiding ‘geborene’, waarmee de meisjesnaam aan het begin van de tweede regel werd aangekondigd: ….. Pais, geborene/ Drilsma. Door deze ingewikkelde notering bleef ook de Nederlandse burgerlijke stand meetellen en het gezin intact. Het bestaan van een niet-joodse echtgenoot werd bij de opmerkingen anoniem en grammaticaal gebrekkig aangeduid: “Ehemann ist keine Jude.” Dat lijkt op een weigering om het woord ‘Ariër’ te gebruiken. Deze merkwaardigheden zouden op een Wormerveers protest kunnen duiden. Daarop wijst ook de illegale huwelijkssluiting van Mina Blank-Smit*.
Politielijst
Kort voor de ‘evacuatie’ van 22 april 1942 werden op de burgemeesterslijst achter de adressen met potlood de getallen 1-13 geschreven. Met behulp daarvan groepeerde men op de politielijst de 29 joodse individuen per adresnummer tot huishoudens. Deze lijst was bedoeld om het vertrek van de joodse huishoudens of personen te controleren. Als in het geval van volledig joodse families de naam van de vrouw toevallig alfabetisch hoger was (Groente) kwam de hele familie Teeboom-Groente*) op die alfabetische plaats: Esther Groente en dan tweemaal Teeboom. Maar bij David en Isaac Cardozo* stond echtgenote en moeder Clara Morpurgo onderaan. Ook dat was een eigenzinnigheid. Overigens kwamen op deze vertreklijst de beschermende ‘arische’ familienamen van de gemengd gehuwde vrouwen niet meer voor. De reden daarvan is onduidelijk.
Jodenevacuatie
Op of kort na 22 april 1942 bleek dat van de lijst met 29 namen achttien joodse burgers Wormerveer moesten verlaten. De familie Pais kreeg langdurig uitstel en de zes gemengd gehuwde vrouwen mochten blijven. Hun niet-joodse partners en eventuele kinderen ook, want hun namen stonden niet op papier. Het echtpaar Cardozo-Morpurgo* met een kind, het echtpaar De Jong-Michelson* met vijf kinderen, het echtpaar Teeboom-Groente* met een kind, het echtpaar Van Praag Sigaar-Snoek*, het echtpaar Snoek-de Leeuw* en Clara Davidson* moesten weg. In Oostzaan waren sommigen van tevoren weggegaan, anderen hoefden pas weken later weg. Misschien was dit ook zo in Wormerveer.
Station
De ‘geëvacueerden’ dienden de huissleutels en lijsten met alle bezittingen te overhandigen aan de politie -die de woning verzegelde- en met alleen dat wat men kon dragen naar een van de zojuist gecreëerde gettobuurten van Amsterdam te vertrekken. Cecilia Lap-Sicking (Wormerveer, 15-10-1925) ging als kind met het gezin De Jong mee naar het station toen dat gedwongen werd om naar Amsterdam te vertrekken. Er stonden daar op dat moment meer joodse gezinnen klaar voor vertrek. De achttien slachtoffers werden op 3 december 1942 formeel uitgeschreven uit de gemeente. De Hausraterfassung kwam later de sleutels bij de politie ophalen en de inboedels in beslag nemen. De al eerder geregistreerde bedrijven van Simon de Jong*, Abraham Pais*, Hijman Praag Sigaar* en Mozes Snoek* gingen over naar een Duitse opkoper (een Treuhändler). Ze werden meestal geliquideerd, zij het vermoedelijk niet in het geval van Abraham Pais. Ook eventueel huisbezit verviel aan de autoriteiten.
Uitzonderingen
De zes gemengd gehuwde vrouwen moesten de jodenster dragen en zich aan de vele beperkingen en regels voor hun groep houden, om niet hetzelfde gevaar te lopen als de joods gehuwden.4 Ook de druk tot sterilisatie bleef voor gemengd gehuwden lange tijd bestaan.5 De twee gemengd gehuwde zusters Smit konden ten tijde van de verdrijving uit Zaandam, januari 1942, naar Wormerveer komen. Gemengd gehuwden waren in Zaandam niet uitgezonderd van gedwongen vertrek. De wellicht bekendste joodse familie van Wormerveer, Pais-Drilsma, kreeg de dag voor het gedwongen vertrek via Edwin Sluzker6 van de ‘Expositur’ toestemming om in Wormerveer te blijven. De ‘expo’ was een joodse afdeling van het deportatiebureau Zentralstelle für judische Auswanderung. Zij kon exposé -uitleg- geven over de emigratiepapieren en later over alle soorten van vertrek. Presser beschrijft de Weense vluchteling Sluzker als ‘de grote afdinger’. Begin 1944 moest het gezin Pais alsnog weg.
Negentien
Van de 29 personen op de Wormerveerse lijst van volledig joodse burgers te Wormerveer werden alleen Isaac Cardozo*, het gezin Teeboom-Groente* en de zes gemengd gehuwden geen slachtoffer van de volkerenmoord. Negentien personen kwamen om in de Sjoa. In de Zaanstreek viel na Zaandam -met 137 gestorven joodse burgers- in Wormerveer het hoogste aantal slachtoffers van de ‘oorlog tegen de joden’.
Onderduikers
Verspreid over de Zaanstreek waren enkele honderden joden ondergedoken. Alleen al de Zaandamse verzetsman Piet Bosboom* zou in deze regio meer dan vijftig joden hebben ondergebracht. Een klein aantal van al deze mensen belandde in Wormerveer. Volgens Sjoerd Hondema, een centrale figuur in de onderduikorganisatie van Krommenie, werkte hij op dit gebied in Wormerveer samen met onder anderen meubelmaker Henk Toby (Zaanweg 119) en de winkelier in babyspullen Dirk Dirkmaat (Zaanweg 72). Wormerveerder Klaas Zwart herinnert zich dat steendrukker en verzetsman Klaas Versnel in zijn woning op de Zaanweg 22/23 joodse en andere onderduikers verborg. Lithograaf Versnel werkte samen met de Zaandijker Dirk Kleiman, de eigenaar van Litho-Zaanlandia, en enkele tientallen andere betrokkenen.7 Door verraad werden ze allen op 1 oktober 1943 gearresteerd en eerst naar kamp Amersfoort en vervolgens de gevangenis in Utrecht gebracht. Na een langdurige rechtsgang werden drie leden ter dood veroordeeld, onder wie Versnel. Hij is op 20 februari 1945 in het Duitse Kassel geëxecuteerd en na de oorlog bijgezet op het ereveld Loenen in Apeldoorn.
Voetnoten
1 H2; Mededelingen van C.T. Lap-Sicking en F. Laan uit Zaandam (januari 2013)
2 Voor een afbeelding zie gezin Jekel-Beekman* in Koog aan de Zaan
3 Rijksinspectie der Bevolkingsregisters, Statistiek der bevolking van joodschen bloede in Nederland
4 Zie Presser, o.c. I (onder meer p. 163 -geen hulp in de huishouding-, 237 -tijden om boodschappen te doen- en 349 -ontslag ambtenaren-)
5 Zie onder Gottschalk*, vluchteling te Zaandam
6 Archief NIOD, Gedächtnisaufzeichnungen van Edwin Israel Sluzker van 21 april 1942; Vergelijk Judith van Thijn* uit Zaandijk. Zie Presser, o.c. I (p. 464 e.v.)
7 ’t Hoen en Witte, o.c. (p. 90)
Joden op evacuatielijst
Joden niet betrokken bij de jodenevacuatie van 1942
Joodse onderduikers