Pollak (Laszlo)

Laatste wijziging: 27 april 2016

Laszlo Pollak (Orosháza, 18-5-1893 – Monowitz, 31-1-1943)1

De Hongaarse koopman Laszlo Pollak woonde in Oostzaan op Zuideinde 443 (in die tijd A91d). Laszlo, een veteraan die had meegevochten tijdens de Eerste Wereldoorlog, werd op 28 juli 1939 ingeschreven. Hij kwam toen uit België. Zijn ouders heetten Samuel Pollak en Fani Wellis. Orosháza ligt 160 km ten zuidoosten van Budapest, bij Szeged. Laszlo Pollak was vanaf augustus 1938 gerekend de 31ste vluchteling in Oostzaan.

Zuideinde

Op Zuideinde 443 stonden al zeven mensen ingeschreven: het echtpaar Pelziger-Leiserowicz, hun dochter en schoonzoon Jean en Dolli Freund*, de weduwe Eisner-Warschauer* en het jonge Berlijnse echtpaar Hans Feith en Margot Anna Feith-Bothner*. Hans was de leider van een ‘swing’-orkestje waarin Jean viool speelde. De musici en hun vrouwen waren tot het begin van de oorlog zelden thuis. Laszlo Pollak zou uiteindelijk 3,5 jaar in het huis blijven wonen.

Huwelijksplan

Hij zette zijn verblijf in Nederland kracht bij met een (nog in het Gemeentearchief aanwezige) brief de dato 8 oktober 1939 over zijn voorgenomen huwelijk met R. Gobits. Zij woonde in de Uithoornstraat 6 te Amsterdam. Van een huwelijk is niets bekend. Het is wel mogelijk dat Laszlo Pollak al eerder in Amsterdam verbleef.

Oorlog

Pollak meldde zich in februari 1941 aan als joods persoon. Zijn naam staat op de burgemeesters- en op de politielijst. In tegenstelling tot de meeste andere joodse inwoners mag hij op 30 maart 1942 voorlopig in Oostzaan blijven. Op de checklist van de politie staat hierover het een en ander opgeschreven. De status van Hongaarse joden was in 1942-’43 zeer onduidelijk.2 Hongarije was een bondgenoot van nazi-Duitsland. Op 3 juli 1942 schreef de Duitse bezettingsautoriteit Otto Bene dat de 193 Hongaren ofwel naar hun land moesten worden teruggestuurd ofwel als statelozen moesten worden behandeld. Een dag later schreef hij echter dat de Hongaarse regering niet in hen was geïnteresseerd en dat zij dus geen uitzonderingsgevallen waren. In augustus 1943 zou een transport naar Boedapest zijn gegaan.

Deportatie

Uiteindelijk zou Laszlo Pollak in Auschwitz terechtkomen en daar geselecteerd worden voor werk in Aussenlager Monowitz. Dit kamp stond ten dienste van bedrijven als het chemieconcern IG-Farben, het bedrijf dat het gas Zyklon-B vervaardigde voor de gaskamers van Auschwitz. Men moest er 10-12 uur per dag werken, ook bij vorst tot 15 graden.3 Laszlo Pollak, met gevangenennummer 65019, bezweek op 31 januari 1943 in Monowitz, bijna 50 jaar oud. In Auschwitz is een ‘Personalbogen’ van hem bewaard gebleven, een gevangenenkaart met persoonlijke informatie. De kaart kan in het Poolse Auschwitz-Birkenau Memorial and State Museum worden bekeken.