Premselaar (Jette en Aaron)

Laatste wijziging: 2 mei 2016

Jette (‘Jetty’) Premselaar (Utrecht, 9-10-1922 – Plantsville, Verenigde Staten, 4-3-2008) en Aaron (‘Ron’) Premselaar (Den Haag, 22-5-1927 – Freehold, Verenigde Staten, 31-7-2017)1

Jette en Aaron Premselaar doken met hun ouders onder in Wormerveer, zij het op een ander adres. Vader en moeder Premselaar werden verraden en stierven in het concentratiekamp. De twee kinderen maakten de bevrijding wel mee.

Roerstraat

Jette en Aaron waren de kinderen van diamantslijper/edelmetalenverkoper Louis Premselaar* (Amsterdam, 13-3-1893) en Jansje Premselaar-Spijer* (Amsterdam, 19-12-1897). Het gezin woonde in de Amsterdamse Roerstraat 90 II, samen met Jansjes vader Aron Spijer (Harlingen, 25-10-1866). Deze werd op 7 december 1942 in Auschwitz vergast. Jansjes moeder was al in 1937 gestorven.

Gewaarschuwd

Aan het eind van de dertiger jaren, toen de oorlogsdreiging toenam, kreeg Louis Premselaar het advies om uit te wijken naar het buitenland. Hij bleef echter, wellicht in de verwachting dat Nederland neutraal zou blijven. Toen dat niet het geval bleek en de jodenvervolging steeds rigider werd, doken  vader en moeder Premselaar in augustus of begin september 1942 onder bij expeditiechef Klaas Meijns (Wormerveer, 17-11-1887) en diens echtgenote Trijntje Meijns-Kraaijer (Wormerveer, 21-5-1887). Die woonden op de Lindenlaan 55. Enkele dagen eerder werden Jette en Aaron ondergebracht bij stoker Gerrit Schenk (Wormerveer, 13-1-1908) en zijn vrouw Maartje Schenk-Meijns (Wormerveer, 7-12-1910), een dochter van Klaas en Trijntje Meijns. Ze woonden aan de Populierenkade 5.

Bezoek

De onderduikadressen van de ouders Premselaar en hun twee kinderen lagen vlakbij elkaar. Daardoor konden Jette (schuilnaam ‘Jette Prins’) en Aaron (‘Arie Prins’) gemiddeld eens per week hun vader en moeder bezoeken. Maar de verblijfplaats van de ouders werd begin augustus 1944 verraden. Dat zou zijn gebeurd nadat de verkering van een dochter uit het gezin met een Landwachter was uitgeraakt.2 Louis en Jansje Premselaar werden afgevoerd naar kamp Westerbork. Louis stierf op 10 maart 1945 in Mauthausen, Jansje een kleine maand eerder in Bergen-Belsen, op 15 februari 1945.

Amsterdam

Toen Jette en Aaron het bericht van de arrestatie van hun ouders vernamen, werden ze bang voor een inval. Ze vertrokken onmiddellijk naar een nieuwe schuilplaats en kwamen in Amsterdam terecht bij Jacoba van der Steen (Amsterdam, 1-10-1903). Zij woonde aan de Olympiaweg 46 hs en bood daar al onderdak aan een andere onderduiker. Deze Jo van Witsen was bevriend met de ouders van Jette en Aaron. Zijn naam staat onder de overlijdensadvertentie van Louis Premselaar.

Verenigde Staten

Door bemiddeling van het verzet kregen ze vervolgens in september 1944 in Driehuizen onderdak bij kruidenier Jacob Ouweltjes, zijn vrouw Grietje Ouweltjes-Schram en hun twee dochters. Hier bleven ze tot de bevrijding. De broers van Ouweltjes waren boeren bij wie Aaron op het land kon werken. In 1948 besloten broer en zus naar New York te emigreren, waar familie woont. Aaron kwam terecht in de juwelenhandel en huwde er op 31 augustus 1952 Edith Lewin. Jette trouwde op 4 april 1950 met Rolf W. Dentz.

1 www.joodsmonument.nl; Informatie van Henk Krigee uit Zaandam (30-8-2009 en 21-5-2019) en Cora Bruin (9-7-2022); Transportlijsten Westerbork

2 Aldus Aaron Premselaar (2007)