Premselaar (Louis)
Laatste wijziging: 2 mei 2016
Louis Premselaar (Amsterdam, 13-3-1893 – Mauthausen, 10-3-1945) en Jansje Premselaar-Spijer (Amsterdam, 19-12-1897 – Bergen-Belsen, 15-2-1945)1
Louis en Jansje Premselaar konden onderduiken in Wormerveer. Zowel zij als het daar eveneens verblijvende echtpaar Morporgo* werden verraden en kwamen in verschillende concentratiekampen om het leven.
Groot gezin
De diamantslijper en goud-/zilververkoper Louis Premselaar was een zoon van Aaron Premselaar en Jette Premselaar-Koe. Hij werkte als agent van enkele buitenlandse firma’s in edelmetaal. Louis Premselaar kwam uit een groot gezin. Drie broers en een zuster waren voor de oorlog naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Zijn echtgenote Jansje was een dochter van Aron Spijer en Judik van Tijn. Ze waren sinds 8 december 1921 gehuwd en woonden in de Amsterdamse Roerstraat 90 II, samen met Jansjes vader (Harlingen, 25-10-1866). Deze werd op 7 december 1942 in Auschwitz vergast. Jansjes moeder was al in 1937 gestorven.
Gewaarschuwd
Aan het eind van de dertiger jaren, toen de oorlogsdreiging toenam, kreeg Louis Premselaar het advies om net als zijn broers en zus uit te wijken naar het buitenland. Hij bleef echter, wellicht in de verwachting dat Nederland neutraal zou blijven. Toen dat niet het geval bleek en de jodenvervolging steeds rigider werd, doken de Premselaars in augustus of september 1942 onder bij expeditiechef Klaas Meijns (Wormerveer, 17-11-1887) en diens echtgenote Trijntje Meijns-Kraaijer (Wormerveer, 21-5-1887). Die woonden op de Lindenlaan 55. Daar verbleef in het jaar 1943 ook Rachel de Groot* en verder Joseph en Susanna Morporgo. Dat ging goed tot begin augustus 1944.
Verraad
Het onderduikadres werd verraden. Dat zou zijn gebeurd nadat de verkering van een dochter uit het gezin met een Landwachter was uitgeraakt.2 De echtparen Morporgo en Premselaar werden aangehouden en afgevoerd naar kamp Westerbork. Wormerveerder Gerrit Krigee (vanaf juni 1943 ondergedoken in Zaandijk) schreef daarover in zijn dagboek, op 10 augustus 1944: “Om zeven uur gingen we eten. Gu (Dierdorp-Bakker, die op de Lindenlaan 42 woonde) kwam nog even, en vertelde van Meins Lindenlaan dat daar 3 Joden [- in feite 4 -] opgepakt waren. Meins was ook meegenomen en nog een radio toestel. Het was wel erg bekend dat daar Joden zaten, wat niet erg verstandig was natuurlijk. En zo gaat dat elke dag maar door dat er Joden gevonden worden en dan meteen op transport gesteld worden.”
Auschwitz
De echtparen Morporgo en Premselaar vertrokken met het laatste transport uit Westerbork, op 3 september 1944. Daarin zaten ook Anne Frank en haar familie, alsmede ruim duizend andere slachtoffers. Louis Premselaar stierf op 10 maart 1945 in Mauthausen. Zijn echtgenote Jansje een kleine maand eerder in Bergen-Belsen, op 15 februari 1945. Hun kinderen Jette en Aaron Premselaar* waren eveneens in Wormerveer ondergedoken. Toen ze van de arrestatie van hun ouders vernamen, vertrokken ze naar een nieuwe schuilplaats in Amsterdam. Zij overleefden de Sjoa. De familie die hen onderduik verleende staat onder de overlijdensadvertentie voor Louis Premselaar (zie illustratie). Over Jansje was toen nog niets bekend.
Voetnoten
1 www.joodsmonument.nl; Informatie van Henk Krigee uit Zaandam (30-8-2009); Transportlijsten Westerbork
2 Aldus A. Premselaar (2007)