Prins (Martijn)

Laatste wijziging: 2 mei 2016

Martijn Jules Prins (Amsterdam, 1-11-1920 – Midden-Europa, 9-5-1945)1

Martijn Prins behoorde met Max Morpurgo* en Daan Preso* tot de jonge garde van Polak & Schwarz*. Hij was correspondent op de afdeling export.

Familie

Martijn Prins was een neef van Joseph Briska/Bruske*, commissaris bij Polak & Schwarz. Hij was de jongere broer van de na de oorlog bekende schaker Lodewijk Prins (1913-1999). Hun moeder, Schoontje Briska, trouwde in 1909 met Joseph Prins, een ‘magazijn bediende’ en later ‘koopman in manufacturen’. Schoontje en Joseph kregen drie kinderen: Simon (15-2-1910), Salomon (27-1-1913) en Martijn Jules. Vader Joseph overleed in 1922. Zijn weduwe ging kamers verhuren en woonde op het adres Sarphatipark 86. Volgens de gezinskaart had Simon Prins als beroep ‘el. trambestuurder’. Salomon ‘studeert’. Bekend is dat hij vanaf 1931 deelnam aan schaaktoernooien. In datzelfde jaar deed hij afstand van zijn godsdienst. Ook nam hij een andere naam aan: Lodewijk. In 1936 ging Lodewijk Prins het huis uit.

Oorlog

Aan het begin van de oorlog woonde Martijn met zijn moeder op het adres Sarphatistraat 133 boven. Corrie Lammes vertelde dat hij bij onderduik werd geholpen door Polak & Schwarz-collega Wietske Wilson.2 Wietske en Martijn waren verloofd. Zij werd wegens haar hulp aan joden naar Ravensbrück gestuurd. Martijn Prins stierf toen de oorlog al was afgelopen, op 9 mei 1945 in Midden-Europa. Dat betekent dat hij in een werkkamp of bij een evacuatietocht bezweken is.

Verwanten

Zijn moeder Schoontje stierf op 25 oktober 1944 in Auschwitz. Joseph Briska, zijn vrouw en hun vier kinderen werden in september 1942 in Auschwitz vermoord. Simon en Lodewijk Prins overleefden de oorlog.

1 Plaquette Polak & Schwarz; Mededelingen van Cor Flipse (2003) en Rolien Prins (16-5-2015); Gezinskaart Amsterdam; www.joodsmonument.nl

2 Zie de foto van de afdeling Holland