Querido (Leo)
Laatste wijziging: 2 mei 2016
Leo Querido (6-12-1928)1
Leo Querido dook in Wormerveer onder bij fabrieksarbeider Johannes (‘Jan’) Snijder en diens echtgenote Neeltje Snijder-Winkelaar. Hij werd daar in augustus 1943 opgepakt, maar overleefde zijn gevangenschap.
Medelijden
Leo Querido was in eerste instantie ondergedoken bij zijn zuster en zwager, de in Koog aan de Zaan wonende Betsy Chi-Querido* en haar man Yu Chung Chi. Sjaan, de dochter van het echtpaar Snijder, werkte bij hen als dienstbode. Neeltje Snijder, na de oorlog: “Zij constateerde dat Leo daar niet langer kon blijven. Mijn dochter heeft me toen gevraagd of Leo bij ons thuis mocht, want ze had medelijden met dat kind. Hij had geen leven bij Chi. Toen is hij bij ons thuis gekomen.” Chi bleef Leo gedurende de acht maanden dat hij in Wormerveer verbleef verzorgen door kostgeld en bonnen af te geven. Het contact met Leo bleef echter beperkt tot twee keer.
Jongsma
De fanatieke NSB-burgemeester van Krommenie, Anton Gerrit Jongsma, gaf de aanzet tot een huiszoeking bij het echtpaar Snijder, dat in Wormerveer aan de Krommenieërweg 172 woonde. Samen met de agent Jan Visser viel hij de woning binnen. Een andere politieman, Eimert Wagtelenberg, bleef buiten posten. Neeltje Snijder: “3 augustus 1943 om ruim 9 uur kwamen twee heren, het bleken Jongsma en Visser te zijn, achterom aan mijn huis. Leo en ik zaten aan tafel en meteen vluchtte Leo naar boven. Ze hadden hem niet gezien. Jongsma zei nadat hij was binnengekomen: ‘U hebt een Jodenjongen in huis.’ Ik ontkende. Jongsma doorzocht mijn huis en ging naar boven. Visser bleef bij mij. Na een poosje kwam Jongsma naar beneden, hij had Leo niet gevonden. Toen zei hij tegen Visser: ‘Doe haar de boeien maar om, als ze het niet wil zeggen gaat ze mee.’ Tegen mijn dochter, die inmiddels was thuisgekomen, zei Jongsma: ‘Haal haar mantel en schoenen maar, want ze gaat mee.’ Mijn dochter weigerde dit echter. Visser deed mij de boeien om.”
Toch gevonden
Jongsma ondernam een tweede zoektocht op de bovenverdieping en hoorde geluid op de vliering, afkomstig van Leo. Daarop voegde hij Leo toe: “Kom je van de vliering af of ik schiet je in je kont.” Daarop kwam Leo, die via kieren in de vloer alles had kunnen volgen, naar beneden. Zijn pleegmoeder en hij werden vervolgens afgevoerd. Agent Wagtelenberg kreeg opdracht om Jan Snijder op te halen van zijn werk.
Jan Visser
In het naoorlogse verhoor van Jan Visser zijn nog wat details te vinden over de aanhouding en het vervolg. Visser: “Eerst later heb ik gehoord dat Jongsma een anoniem schrijven heeft gehad waarin vermeld werd waar Leo was ondergedoken. Jongsma zei echter nooit dat hij een anoniem schrijven had gekregen. Nadat Leo gearresterd was, gedroeg Jongsma zich zeer vuil tegen hem. Nadat ook de heer Snijder in opdracht van Jongsma door Wagtelenberg was gearresteerd heb ik de politie te Koog aan de Zaan gebeld om de Chinees Chi te doen arresteren.”
Nadien
Na de oorlog ging Leo Querido naar Amsterdam, de plaats waar hij op 8-8-1992 ook zou overlijden.
Lees meer
Ju Chung Chi
Yu Chung Chi werd inderdaad gearresteerd. “In de late avond van 3 augustus 1943 kwamen er enkele politiemannen van de Koog aan mijn woning en vertelden me dat mijn zwager Leo Querido gearresteerd was door burgemeester Jongsma van Krommenie en door de politieman Visser. De politieagenten vertelden me dat ze van Krommenie opdracht hadden gekregen om mijn vrouw (Leo’s zuster) en mij mede te nemen naar Krommenie”, aldus Chi. “Ik heb hun toen gezegd dat mijn vrouw niet fit was en dat ik de volgende morgen wel zou komen. De politiemannen gingen hier mee akkoord en vertrokken. Om half twee ’s nachts kwamen ze echter weer terug en vertelden dat er door de politie van Krommenie geëist was dat ik onmiddellijk moest komen. Zo gezegd, zo gedaan.”
Verhoor
De volgende dag verhoorde Jongsma Chi. “Hij had aan een ketting een bouvier naast zich op de grond. Hij zei onder anderen tegen me: ‘Waarom heb je die Jodenjongen laten onderduiken? Hoe kom je aan geld voor hem?’ Ik begreep toen dat mijn zwager Leo verteld had dat ik hem ondersteunde, iets wat ik dat kind niet kwalijk mag nemen. Jongsma zei: ‘Jodenmensen zijn geen mensen.’ Toen ik hem vroeg of het niet mogelijk was dat Leo vrijkwam zei hij: ‘Geen sprake van, hij wordt overgeleverd aan de Duitsers.’ Na drie dagen gevangenschap in Krommenie werd Chi naar het SD-hoofdkantoor aan de Euterpestraat gebracht. Daar werd hij na een half uur vrijgelaten. Wel moest hij een verklaring tekenen geen joden of andere mensen te helpen.
Hollandse Schouwburg
Leo werd naar de Hollandse Schouwburg in Amsterdam gebracht, het voorportaal van kamp Westerbork. In de schouwburg zat hij 6,5 week vast. In die tijd slaagde hij er in om een brief te sturen naar zijn zuster waarin hij zijn verblijfplaats vermeldde. Daarop zocht Yu Chung Chi contact met de eveneens daar verblijvende Jo Spier en met een bewaker, in een poging Leo vrij te krijgen. Dat lukte, door betaling van een som geld. Daags nadat Leo vrijkwam werd de groep kinderen waarmee hij vast zat doorgezonden naar Westerbork. Leo keerde korte tijd terug in huis bij het echtpaar Chi en dook vervolgens met behulp van de Zaanse illegaliteit onder bij de verder onbekende ‘heer Komen te Zaandijk’. Het betrof Pieter Koomen (Wormerveer, 31-12-1901) en diens echtgenote Jannetje Koomen-Kramer (Urk, 19-12-1903). Leo: “Daar ben ik gebleven tot de capitulatie, toen ik voor het eerst zonder angst naar buiten kwam.”
Gevangenschap
Jan Snijder bracht drie à vier maanden door in kamp Vught. Zijn werkgever, de meelfabriek Wessanen, oefende succesvol druk uit om hem vrij te laten. Snijder werd op de trein naar Amsterdam gezet, van waar hij lopend naar Wormerveer ging. Zijn kleindochter Ellis Smit: “Hij had geen geld, geen legitimatiebewijs, niets. Een dag voor kerstmis 1944 kwam hij thuis. Zijn gezicht, handen, benen; alles was bont en blauw van al de slaag die hij had gehad. Hij lag ’s avonds voor de deur, helemaal op. Hij kon niet bij de bel komen en bonsde met zijn elleboog tegen de deur, en zo vonden ze mijn opa.” Helemaal de oude zou Snijder nooit meer worden. Jongsma werd na de oorlog, mede vanwege zijn betrokkenheid bij de huiszoeking, veroordeeld tot 18 jaar cel.
Familieleden
Leo’s ouders, diamantbewerker Jacques Querido en Roosje Querido-Wertheim, alsmede zijn broers Machiel en Israel Jacques en zijn zus Sara werden in 1942 en 1943 om het leven gebracht in verschillende concentratiekampen. Het gezin woonde voordien op de Gelderschekade 43 I in Amsterdam.
Zie ook Leo Querido in Zaandijk.
Voetnoten
1 Informatie van Mey Wong Chi (28 en 29-1-2009) en Ab Valkering (18-9 en 12-11-2012); Zaanlander (2-2-1948); De Typhoon (17-2-1948); Adresboek voor de Zaanstreek 1941 en 1946, Nationaal Archief, CABR-dossier Anton Gerrit Jongsma; Brief Ellis Smit (januari 2015)