Reindorp (Alida)

Laatste wijziging: 2 mei 2016

Alida Reindorp (Amsterdam, 19-3-1914) en Johannes Hendrik Slieker (Bottrop, 26-12-1909)1

Alida Reindorp trouwde op 12 juli 1934 in Groningen met Johannes Hendrik Slieker. Ze werkten op de kermis. Ze doken tijdens de oorlog onder bij het Zaandamse echtpaar Vleeshakker aan de Westzanerdijk 382.

Verhouding

Pieter Vleeshakker was veehouder en verkocht ook melk. Zijn pleegzoon Jacob (‘Jaap’) Schoone van de Ringweg woonde bij hen in. Hij werkte in ploegendienst bij de Norit-fabriek. Siem Dijkman, die Vleeshakker goed kende, vertelde dat Jaap in de oorlog zijn vader ’s zomers hielp met hooien. Jaap had een verhouding met Alida, van wie hij toen de naam nog niet kende. Ze was in die tijd ondergedoken bij Vleeshakker.

Verraad

De Zaanse verzetsstrijder Mijndert van der Horst schreef in augustus 1944 in zijn dagboek: “En weer een geval van verraad te Zaandam. Weer betreft het ondergedoken Joden.” Op dinsdagavond 1 augustus 1944 werden de jonge joodse vrouw Alida Reindorp en de in Duitsland geboren Johannes Slieker naar het politiebureau in de Zaandamse Vinkenstraat gebracht. Ze waren aangetroffen in een woning aan de Westzanerdijk 382 en werden opgesloten in het dagverblijf. Het adres waar ze stonden ingeschreven was een ander: ‘Falkstraat 150’. Dat was een verschrijving. Bedoeld werd de Haagse Falckstraat.

Arrestatie

In het naoorlogse strafdossier van de Zaandamse wachtmeester van politie Jan Hendrik Paerel -die overigens niets van doen had met deze arrestatie- is meer te lezen over de aanhouding. Uit het proces-verbaal: “1-8-44. Sturmscharführer Buschmann brengt aan bureau Catharina Wilhelmina Vleeshakker, 26-5-1904, wonende te Zaandam, Westzanerdijk 382. Moest gebracht worden naar Adama van Scheltemaplantsoen 1, kamer 7. Bij haar waren Joden ondergebracht.” Waarna de namen en hun adres volgden van de onderduikers. “Sonta en Lubberdink brengen ze naar de SD te Amsterdam, gelijk met Jacob Schoone, Westzanerdijk 382, 29-3-1909.”

Verklaring

In een aanvullende verklaring vertelde Pieter Vleeshakker iets meer over de aanhouding, die hij abusievelijk een dag eerder dateerde: “Op 31 Juli 1944 te omstreeks 10 uur ’s avonds kwam een politieagent van de Zaandamse politie welke ik niet terugken bij mij aan huis en vroeg naar Jacob Schoone. Ik zei dat hij juist was aangekomen en verzocht hem in huis te gaan. Hij ging naar binnen en kwam direct weer terug met Jacob Schoone, mijn pleegzoon. Daaraan voorafgaande, ook dezelfde dag, te omstreeks 3 uur in de middag, waren bij mij gearresteerd (…) Alida Reindorp, die een Jodin was, Joh. Hendrik Slieker en mijn vrouw Catharina Wilhelmina Vleeshakker, geboren Stelling. Schoone had genoemde Alida Reindorp en Joh. Hendrik Slieker bij mij ondergebracht.”

Transport

Siem Dijkman herinnert zich dat hij over de inval bij Vleeshakker hoorde en Jaap, die om negen uur ’s avonds terugkwam van zijn werk bij Norit, waarschuwde om niet naar huis te gaan. Jaap deed dat toch. Even later zag Siem een luxe-auto voorbijrijden, waarin in voorkomende gevallen de leiding van het Zaandamse politiekorps rondreed, onder wie inspecteur Giart. Ze namen Jaap mee naar het politiebureau op de Vinkenstraat. Alida Reindorp en anderen, onder andere haar man, waren in de middag al opgehaald. De volgende dag zouden ze op transport gaan naar Amsterdam. Dat gold niet voor het echtpaar Vleeshakker. Sturmscharführer Buschmann was verantwoordelijk voor hun arrestatie. De gevangenen moesten de volgende dag naar zijn kamer aan het Amsterdamse Adama van Scheltemaplein 1 worden gebracht. In deze voormalige christelijke hbs was onder meer de Zentralstelle für jüdische Auswanderung gevestigd.

Neuengamme

Over het latere lot van de onderduikers en de onderduikgevers is bekend dat het echtpaar Vleeshakker en Alida Reindorp de oorlog overleefden. Hoe het met Johannes Slieker is afgelopen weet Dijkman niet. Hij gelooft niet dat Slieker blij was met de verhouding tussen zijn vrouw en Jaap Schoone. Maar het is hem evenmin bekend hoe het verraad tot stand kwam. Alida ging na de bevrijding in Zaandam wonen. Siem Dijkman zag haar nog tot in de jaren negentig af en toe wandelen.

Jacob Schoone

Over het lot van zijn pleegzoon vertelde Pieter Vleeshakker na de bevrijding: “Ik heb Jacob Schoone na zijn arrestatie niet meer gezien. Na veertien dagen kregen we bericht uit de gevangenis aan de Amstelveenseweg, dat wij de kleren van Schoone moesten opsturen. Schoone is van de gevangenis Amstelveenseweg via het doorgangslager Amersfoort naar Neuengamme gebracht. Van het Rode Kruis heb ik bericht gekregen dat Jacob Schoone op 2 januari 1945 aldaar is overleden.” Zijn naam staat op het Zaandamse verzetsmonument. Alida’s vader Abraham (Amsterdam, 24-2-1885) en moeder Maria (Amsterdam, 8-5-1878) stierven op respectievelijk 17 november en 11 december 1942 in Auschwitz.

1 Rechtvaardigen onder de Volkeren (dit spreekt abusievelijk van het echtpaar Schoone-Vleeshakker en vergeet veehouder Vleeshakker); http://home.planet.nl/~sliek035/indexframeset.htm?index000038.htm#763; Gemeentearchief Zaanstad, gezinskaart; Gesprek met Siem Dijkman uit Zaandam (augustus 2009); Nationaal Archief, CABR-dossier Jan Hendrik Paerel