Sanders (Harry)

Laatste wijziging: 4 mei 2016

Harry Sanders (Zutphen, 11-7-1915 – Aalst-Waalre, 14-11-2000)1

De ongehuwde Harry Sanders woonde op de Nieuweweg 78. Sanders werkte sinds najaar 1941 bij de N.V. Vereenigde Blikfabrieken in Krommenie.

Delft

Hij was voor september 1941 in Delft afgestudeerd als ingenieur werktuigbouwkunde. Dat was niet eenvoudig. Vanwege het studentenprotest op 25 november 1940 tegen het ontslag van drie joodse hoogleraren en twee docenten legden de Duitsers onderwijs en examens stil. In februari 1941 werd een stop ingevoerd op joodse eerstejaars. Eind maart werden onderwijs en examens weer hervat. Vanaf 1 september was het joden onmogelijk om op een niet-joodse instelling (af) te studeren. Student Sanders kreeg zijn diploma met de opmerking: “Als u geen jood was geweest, had u cum laude gekregen.”

Mts-er

Sanders dacht dat het niet mogelijk zou zijn om als joods ingenieur aan de slag te komen. Vanwege de ‘ariërpargaraaf’ was de overheid al sinds november 1940 uitgesloten als werkgever. Sanders reageerde daarom op een advertentie van de N.V. Vereenigde Blik-fabrieken (Verblifa) waarin mts’ers werden gevraagd. Harry had voor zijn studie werktuigbouwkunde in Amsterdam de mts gedaan. Na een gesprek met directeur Van der Waarden, die goed begreep dat hij feitelijk ingenieur was, werd hij aangenomen. Harry verhuisde naar de Zaanstreek. Hij vond een kamer bij de familie P. Steketee, een bakker op de Nieuweweg 78. In het Wormerse bevolkingsregister werd zijn ingenieurstitel overigens gewoon opgenomen.

Sella

Zijn toekomstige vrouw Sella van Straten (Amsterdam, 15-4-1917 – Amsterdam, 2-11-2014) woonde bij haar ouders in de Amsterdamse Tolstraat 35. Zij had de Sociale Academie gevolgd, maar wilde zich als ‘chaloetsa’ voorbereiden op het werken in Palestina – zie ook het gezin Kzernitski* en de onderduikers Eva Fränkel* en Anna Sperber-Chlebowski*. Daarom ging ze in 1937-’38 de opleiding verpleegkunde doen in het Algemeen Ziekenhuis in Zutphen. Daar leerde zij Harry kennen. In de herfst van 1940 kreeg ze, nog voor de Ariërverklaring, haar witte verpleegsterskruisje. Daarna ging ze werken in het Nederlands-Israëlitisch Ziekenhuis (NIZ) te Amsterdam, waar ze kinderverpleging deed en haar ‘ooievaartje’ haalde. Op of rond 22 april 1942 moest Harry Sanders Wormer verlaten. Hij kwam terug naar Amsterdam, maar bleef werken in Krommenie. Op 15 mei 1942 trouwden Sella en Harry. Ze moesten daarvoor naar de Plantage Parklaan 9. Alleen daar konden joden nog een huwelijk sluiten.

Onderduik

Het echtpaar zag hoe het gevaar toenam. Voor veel familieleden dreigde deportatie. Het was voor Harry en Sella Sanders reden om te ‘duiken’. Ze konden terecht bij een werknemer van de Verblifa, die Braams zou heten. Mevrouw Sanders-van Straten herinnert zich dat men er bijna elke dag andijvie at. Volgens Mireille Bosboom betrof het haar opa, D. Braams. Hij woonde in de Popelstraat 1 in Krommenie en was ingenieur bij de Verblifa. In Wormer vond eind 1942 een razzia plaats. De politie hield precies bij het huis van Braams op en ging toen verder zoeken aan de overkant van de straat. Het gezin en de onderduikers waren gered, maar het moment leek gekomen om naar een ander adres te gaan.

Zie verder Harry Sanders* in Zaandam.

1 Burgemeesterslijst nr. 1; Politielijst adres nr. 1; Mededelingen van Sella Sanders-van Straten uit Amsterdam (november/december 2006) en Harriet Sanders (29-10-2009); Informatie van Frank Tjeertes uit Wormer (28-7-2014) en Mireille Bosboom (14-9-2020); Correspondentie van burgemeester P. Kooiman uit 1942 (Waterlands Archief, Wormer)