Snoek (Nathan)
Laatste wijziging: 5 mei 2016
Gezin Nathan Snoek (Utrecht, 20-9-1903 – Monowitz, 31-1-1943) en Betje Snoek-Wijnberg (Groningen, 12-4-1906 – Auschwitz, 24-9-1942), met Paulina Zomerplaag-Snoek (Amsterdam, 30 mei 1923), Meyer Joseph (idem, 26-12-1925 – Auschwitz, 30-9-1942), Maurits (30-11-1928 – Auschwitz?, 24-9-1942), Rozette (idem, 8-6-1934 – Auschwitz?, 24-9-1942) en Jacques (idem, 13-3-1938 – Auschwitz?, 31-1-1943)1
Nathan Snoek en Betje Wijnberg, die in 1923 te Amsterdam met elkaar waren getrouwd en vijf kinderen kregen, woonden in 1941 een maand te Zaandijk.2 Of alle kinderen meegingen is niet bekend. Voor de oudste ligt dat minder voor de hand: Paulina was getrouwd. De keuze voor de Zaanstreek kan te maken hebben gehad met familierelaties. Nathans ouders, Mozes en Paulina Snoek-de Leeuw*, woonden in Wormerveer, en zijn broer Jacques* dreef in Zaandam een stoffenzaak. Meyer was overigens leerling-verkoper van stoffen. Of zou het om een papieren verhuizing zijn gegaan? Op 5 april 1941 was het gezin weer in Amsterdam gemeld. Het woonde toen met alle kinderen op de Albert Cuypstraat 242 II. Aldus de registratie vanwege de verplichte aanmelding als zijnde ‘van joodschen bloede’. Misschien had het echtpaar door de verhuizing geprobeerd deze registratie te voorkomen.
Weermacht
Dat zou kunnen. Uit stukken van het naoorlogse proces tegen een inkoper voor de Weermacht, Herman Duis* uit Wormer, blijkt dat de twee zakenpartners waren. Duis zei over zijn collega: “Omstreeks deze periode [voorjaar 1941] was ik in contact gekomen met de reeds eerder genoemde Snoek te Amsterdam. Genoemde Snoek vroeg mij, of ik idee had, dekens voor hem op te kopen, tegen een provisie van f1,- per deken. Ik nam dat aanbod aan en kocht van die tijd af dekens voor Snoek op, welke nog meerdere personen als zodanig in dienst had.” Een andere partner van Duis verklaarde toen: “Duis wist, evenals de anderen die de dekens kochten, dat deze voor de Duitse Weermacht bestemd waren.” Het is dus mogelijk dat Nathan Snoek door zijn Duitse contacten geïnformeerd was. Ook Herman Duis liet zich tijdelijk uitschrijven naar een andere gemeente. Tenslotte valt op dat Willem Duis*, een broer en medewerker van Herman, na de oorlog op ditzelfde adres in Zaandijk woonde.
Deportatie
De contacten met de Weermacht hielpen Nathan Snoek uiteindelijk niet. Op 23 juli 1942 werd de inventarislijst van het gezin gemaakt. Er staan enkel ‘schoenen, kleding, lijfgoed’ op. Meestal betekende zo’n lijst dat de bewoners kort daarop naar Westerbork werden vervoerd. Van Meyer is bekend dat hij van daar op 31 juli werd gedeporteerd. De andere kinderen gingen op 21 september 1942. Betje Snoek-Nawijn werd op 24 september 1942 in Auschwitz vermoord, net als Paulina en de drie jongste kinderen. Meyer was vermoedelijk voor werk geselecteerd. Hij kwam zes dagen later in Auschwitz om het leven. Zijn vader Nathan stierf op 31 januari 1943 in het grootste werkkamp van Auschwitz, Monowitz. Dat zou ook de overlijdensplaats van de drie jongste kinderen zijn geweest,3 hetgeen nogal merkwaardig lijkt.
Voetnoten
1 www.joodsmonument.nl; www.levie-kanes.com; Luijters, G. en Pennewaard, A., In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sintikinderen (1942-1945) (p. 86 en 186-187)
2 In een eerdere webeditie van het Joods Monument (februari 2007) stond alleen Meyer Joseph vermeld als woonachtig in Zaandijk, adres Parkstraat 53. In april 2009 is er alleen de opmerking van een bezoeker te lezen dat het echtpaar Snoek een maand in Zaandijk woonde. Het adres is verdwenen
3 www.joodsmonument.nl; www.ogs.nl; www.dutchjewry.org