Swaluw (Helena)
Laatste wijziging: 5 mei 2016
Helena (‘Lenny/Len’) Swaluw (Antwerpen, 24-4-1921)1
Tot 1943 woonde de in België geboren Len Swaluw met haar haar ouders en broer Harry Lehman (Amsterdam, 24-6-1916) in de Amsterdamse Deurloostraat 115 I. Ze was 22 toen ze in juni 1943 onderdook op de tjalk De Dankbaarheid, die geruime tijd in Nauerna lag aangemeerd.
Fiets
Samen met haar nicht Louise (‘Loeki’) Nijkerk, die met haar vader op hetzelfde adres woonde, werd Len door Dankbaarheid-huurder Klaas Schot op de fiets opgehaald uit Amsterdam. Schot versleepte aanvankelijk met een bootje kolenbakken tussen Amsterdam en Alkmaar, naar de Verenigde Brandstoffenhandel. Hij ruilde zijn scheepje bij Steenkolenhandel Vos uit Oudeschild in voor de tjalk De Dankbaarheid, die door Vos te groot werd bevonden. Klaas’ echtgenote Truus, met wie hij in Alkmaar op de Tienenwal woonde, vormde de verbinding tussen het schip en de woning van het echtpaar Schot in Alkmaar. Truus Schot werkte als kapster bij Maison Marie van Vliet. Ze zorgde voor voedsel en schone kleding voor de onderduikers. In het achteronder van De dankbaarheid werden door zakenpartner Cor Mol (1908) twee kleine schuilplaatsen getimmerd. Bootsman Mol assisteerde zijn vriend Klaas aan boord.
Len Swaluw
Len Swaluw was een nicht van de eveneens op De Dankbaarheid ondergedoken Camille Nijkerk. Mija Schot, de dochter van het reddende echtpaar: “Camiel had twee nichtjes die echt weg moesten uit de jodenbuurt. Er waren iedere nacht razzia’s. Als eerste moest Len Swaluw weg.” De Dankbaarheid lag in de Nauernasche Vaart. Mija Schot: “Mijn vader zei, ik ga haar halen, op de fiets. Hij kreeg een adres en trof een voor hem wildvreemd meisje.” De memoires van Len vermelden dat Schot haar naar haar broer in Eindhoven zou brengen, maar dat ze voorlopig mee moest naar zijn boot.
Ontruiming
Len Swaluw zou tot februari 1945 op het schip blijven. Toen moest de boot ontruimd worden, omdat de Duitsers alle schepen confisqueerden. Schot en Mol brachten de boot toen terug naar Texel en zegden de huur op. Klaas Schot zocht een andere schuilplaats voor Swaluw en de twee andere joodse onderduikers, Loeki Nijkerk* en Jacques Schatz*. Mede daardoor overleefden ze de oorlog. De onderduikers moesten een verklaring tekenen dat Klaas zowel hen als zichzelf bij ontdekking door de Duitsers zou doden. In de jeugdroman De schipper van de Dankbaarheid is Len Swaluw herkenbaar in het personage Hennie Davids.
Na de oorlog
Na de bevrijding bouwden Schot en Mol een goed lopend bedrijf op in Alkmaar: de NV Autobandenhandel De Friesche Brug. Lens ouders overleefden de oorlog niet. Vader Michael stierf op 13-11-1942 in Auschwitz, waar haar moeder Maria al op 5 oktober van dat jaar om het leven was gebracht. Haar broer Harry Lehman overleefde de oorlog wel. Na de bevrijding moedigden Klaas Schot en zijn vrouw Truus Len aan om joodse vrienden te zoeken. Ze trouwde de joodse Arnold Hans van Esso (Zwolle, 16-11-1922), met wie ze in 1948 naar Gwar An in Israël emigreerde. Daar nam ze de voornaam Irit aan. Zij en Arnold (inmiddels Uri geheten) kregen twee dochters.
Zie verder Jacob/Jacques Schatz* in Assendelft.
Zie ook Helena Swaluw* in Wormerveer.
Voetnoten
1 Bruin, J. de, De schipper van de Dankbaarheid (Alkmaar, 1985); Rechtvaardigen onder de Volkeren; www.joodsmonument.nl; www.dutchjewry.nl; Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart en woningkaart; Dagblad Zaanstreek (17-8-2022)