Vreeland (David)
Laatste wijziging: 6 mei 2016
Gezin David Vreeland (Amsterdam, 16-9-1904 – Auschwitz, 31-3-1944)1 en Sophie Rika Vreeland-Seligmann (Wirdum, 13-8-1908) met Machiel (Amsterdam, 13-3-1932 – Auschwitz, 10-9-1943)
Sophie Seligmann was een zuster van Salomon (Heinz) Seligmann*. Zij was op 5 mei 1926 als dienstbode naar Amsterdam gekomen. Tot januari 1930 woonde en werkte ze er bij de familie Godschalk, daarna kwam ze bij Mozes van der Kar, in de Nieuwe Kerkstraat 32. Op de gezinskaart staat de familierelatie genoteerd: “Zwager.”
Nichtje
Fanni Seligmann (Wirdum, 1904) was haar zuster Sophie indertijd naar Amsterdam gevolgd en na enkele korte dienstjes bij de joodse familie Van der Kar terechtgekomen. Op 18 september 1929 trouwde ze met een zoon des huizes, de smid Mozes (1906). Binnen twee maanden diende zich een baby aan, Cornelia, en toen deed ze een beroep op haar zuster Sophie.
Familie
Sophie Seligmann vertrok in mei 1930 van haar zwager en zuster naar een betrekking bij de familie Vreeland in de Verwersstraat, later de Dijkstraat. Op 29 oktober, ruim een jaar na haar zuster, trouwde ook Sophie een zoon van het huis waar ze werkte: de pakknecht David Vreeland (1904). Haar beroep was toen niet meer dienstbode, maar stoffeerster. Het joodse echtpaar ging op de Koningsstraat 23 wonen, een korte tijd samen met Fanni en Mozes van der Kar. Hun eerste en enige kind, Machiel, werd op 13 maart 1932 geboren aan de Rechtboomsloot 10. Na twee jaar op de Zandstraat, waar haar vader, weduwnaar Julius Seligmann (1865), kort woonde, verhuisde het gezin in januari 1935 naar Oudeschans 92. Daarheen kwam Sophies broer Heinz in maart 1936. In november 1938 verhuisde het gezin Vreeland naar de woning van Sophies oud-collega Edith Silberbach*, die op de Oudezijds Voorburgwal 169 woonde. Zij was de toekomstige vrouw van Heinz Seligmann en ging in 1939 met hem in Oostzaan wonen.
Oostzaan
Op 22 februari 1941 werden David, Sophie Rika en Machiel Vreeland-Seligmann ingeschreven op het Oostzaanse adres Kerkstraat 260, de woning van Heinz en Edith. Dat was enkele dagen voor de Februaristaking (25-26 februari 1941), zodat verhuizen naar de Zaanstreek voor joden nog niet verboden was. De laatste medebewoners in het huis, Wilhelmine Kann-Maijer en haar zoontje Simon, waren op 30 december gedwongen geweest naar Westerbork te gaan. Hierdoor ontstond er plaats. En blijkbaar was de situatie in Oostzaan, bij Heinz en Edith, beter dan in Amsterdam. Ook de gemeenschappelijke kennissen Reiter-Ziske* verhuisden met hun kinderen in deze tijd naar de Kerkstraat in Oostzaan.
Deportatie
Tragischerwijze overleed Sophie Seligmann op 10 juli 1941, binnen enkele maanden na de verhuizing. Ze werd in Amsterdam begraven. Haar man en kind verhuisden op 8 januari 1942 terug naar Amsterdam, naar het oude adres van Edith Silberbach, Oudezijds Voorburgwal 169. Vader en zoon stonden daarom niet op de Oostzaanse evacuatielijst. Zij kregen in Amsterdam hun oproep voor de ‘arbeidsinzet’ in Duitsland. Machiel Vreeland werd op 10 september 1943 in Auschwitz vermoord, zijn vader David op 31 maart 1944. Salomon en Edith Seligmann waren er al op 30 september 1942 om het leven gebracht.
Verwanten
Fanni Seligmann scheidde in 1939 van Mozes van de Kar. Fanni trouwde vervolgens met lompensorteerder Joseph du Pont (Amsterdam, 8-8-1903). Zij werd met haar drie kinderen, Cornelia, Jacob en Julius, op 22 oktober 1942 in Auschwitz vergast. Joseph kwam in hetzelfde kamp om het leven op 30 april 1943. Mozes van der Kar bezweek op 4 september 1942 in de steengroeven van Mauthausen.
Voetnoten
1 Historische collectie Jelle Brinkhuijsen; Gemeentearchief Zaanstad en Oostzaan; www.joodsmonument.nl