Zeldenrust (Leo)

Gezin Leo Zeldenrust (Amsterdam, 5-11-1905 – Koog aan de Zaan, 26-12-1966) en Gerarda (‘Gerda’) Zeldenrust-de Rosa (Amsterdam, 26-1-1908 – Amsterdam, 4-3-2012) met Elly Branca (Koog aan de Zaan, 17-1-1939)¹

Het gezin Zeldenrust dook lange tijd onder bij Cor Flipse en zijn vrouw Cornelia, die op de Nicolaas Maesstraat 19 woonden. De familie Zeldenrust woonde zelf tot eind maart 1942 in Koog aan de Zaan. Toen vertrokken ze in opdracht van de autoriteiten naar Amsterdam en trokken daar in bij Gerarda’s broer Andries Neftalie en diens vrouw Ali. De gemeente Koog aan de Zaan gaf in november 1942 aan de Rijksinspectie overigens een ander adres door, dat van de ouders van Gerarda. Leo kon nog wel enige tijd in Zaandam blijven werken bij Polak & Schwarz. Toen ook dat werd verboden, bood zijn collega Cor Flipse hem onderdak aan. Gerarda en dochter Elly verbleven in eerste instantie elders, maar in 1943 voegden ook zij zich bij de Zeldenrusts. Elly kreeg de schuilnaam ‘Den Bosch’. Na enige tijd kwam ook een oom van Gerarda naar de Nicolaas Maesstraat, Jules Emmerik*. Leo bekommerde zich daarnaast om andere leden van de familie De Rosa, door hen onderduikadressen en voedsel te verschaffen.

Buren

Lida Bouman, een buurmeisje van de familie Flipse dat met haar ouders in de Nicolaas Maesstraat 25 woonde, herinnert zich dat Elly bijna nooit naar buiten mocht, maar af en toe wel bij haar mocht spelen. Heel lang duurde dat nooit. “Als ze bij mij speelde werd ze altijd heel snel weer door haar moeder opgehaald. Haar moeder zei dan: ‘Elly moet plassen.’ Dat moest wel heel vaak!” Gerda Zeldenrust was bezorgd dat haar dochter als gevolg van verraad zou worden opgepakt. Op een in 1944 gemaakte foto (zie hiernaast) is Elly tezamen met wat andere kinderen te zien achter het huis van de familie Wijer, die op nummer 19 woonde.

Leo, Gerarda en Elly maakten in Zaandam de bevrijding mee. Gerarda’s ouders werden op 23 november 1942 in Auschwitz vermoord.

Zie ook gezin Leo Zeldenrust* in Koog aan de Zaan.