Gerzon (Mirjam)

Mirjam Betty Gerzon (Barcelona, 9-10-1923 – Hasselt, 3-5-2000)¹

Mirjam was een dochter van Julius Gerzon (Groningen, 3-9-1889 – Beziers, Frankrijk, 6-1-1950) en Dina Gerzon-Hurwitz (Amsterdam, 23-4-1897 – Amsterdam, 1-12-1970). Naast Mirjam kregen ze nog een dochter, Betty Sophie (Amsterdam, 27-6-1922 – Nathanja, Israël, 10-10-2004), en een zoon, Jozef Juda (‘Joost’). De Gerzons waren voor de oorlog een zeer zionistische familie, met tal van familieleden in Palestina.

Schuilnaam

Mirjam Gerzon vond, onder de schuilnaam Corry van Droffelen, een onderduikplek in Westzaan. Desondanks kwam ze in Westerbork terecht, gevolgd door Bergen-Belsen. Ze maakte de bevrijding mee in het Duitse Magdeburg. Daar eindigde de afschuwelijke reis van een der evacuatietreinen. “Toen ik in Bergen-Belsen kwam, stond ik op de Austauschliste, had een Palestina-certificaat (zie Izak Führer* en Jean Freund*), maar op dat moment heb ik geweigerd [om mee te gaan met de ruiltransporten]. Ik had er een oom en tante wachten, maar ik wilde niet naar Palestina zonder voor mijzelf te hebben bewezen dat ik zelfstandig kon bestaan”, zou ze jaren later zeggen.² Ze werkte kortstondig voor Buitenlandse Zaken in Buenos Aires en had een kunstgalerie in Parijs. In 1948 vertrok ze alsnog naar Israël, waar ze tot midden jaren zeventig zou blijven. Ze werd verslaggever en berichtte voor het NRC Handelsblad, de Gelderlander, de GPD-bladen en de Avro.