Rood, de (Marcus)

Marcus de Rood (Amsterdam, 20-5-1890 – Sobibor, 28-5-1943)¹

Rood was chef van de goederencentrale bij Polak & Schwarz*. Gerard Duijf herinnerde zich: “Hij had een zware baard, die hij op het werk schoor met ongebluste kalk.”

Familie

Marcus kwam uit een Amsterdams gezin met veertien kinderen. Zijn moeder, Sara Polak, overleed in 1919, vader Abraham drie jaar later. Abraham was voorzanger in een synagoge. De oudste dochter van het gezin, Leentje (1886), nam het laatste adres van de ouders over, Nieuwe Heerengracht 109. De kinderen gingen bij Leentje of bij oudste broer Salomon (1887) wonen.

Synagoge Zaandam

Salomon was ook voorzanger. Hij oefende deze functie tussen 1912 en 1923 uit bij de joodse gemeente in Zaandam. Vermoedelijk was hij eerst assistent en vanaf 1913 opvolger van Izak de Haan. Marcus woonde in die periode bij Salomon op het Dampad 30. Hij werkte vanaf 1917 bij Polak & Schwarz. In 1923 keerden Salomon en Marcus terug naar Amsterdam. De broers en zussen gingen weer zoveel mogelijk bij elkaar wonen.

Huwelijk

Op 20 juni 1931 trouwde de 41-jarige Marcus met Hendelina Benima (Bunde, 18-12-1896). Het echtpaar De Rood-Benima, bij wie enkele zussen en een broer inwoonden, vond een woning op de Plantage Kerklaan 13. Daar werd op 13 februari 1932 Sara geboren. In augustus 1935 verhuisde het gezin zonder de andere familieleden naar de Plantage Middenlaan 74 II.

Deportatie

Kort voor hij de onderneming moest verlaten, ontving Marcus de Rood van de Polak & Schwarz-directie een jubileumpenning. Op 15 juni 1942 was hij namelijk 25 jaar in dienst van het bedrijf (zie de foto’s). Precies een maand later vertrok het eerste transport vanuit Westerbork naar Auschwitz.
Van de dertien kinderen De Rood sterven er vijf in de vernietigingskampen. Marcus, Hendelina en Sara werden op dezelfde dag in Sobibor vergast, op 28 mei 1943.